Ontwikkelingen in het financieel kader

De impact van de nieuwe verdeelmodellen op het sociaal domein en de herverdeling van de rijksmiddelen voor de bijstandsuitkeringen zorgen voor de komende periode voor een onzekere, financiële positie van Arnhem. Met forse bezuinigingen is een sluitende meerjarige begroting tot stand gekomen.  

2.1 Inleiding

Kort na het vaststellen van vorige MJPB (MJPB 2015-2018) werd al duidelijk dat nieuwe negatieve ontwikkelingen de financiële positie van Arnhem bedreigden. Om de financiële positie op de lange termijn gezond te houden, is eind 2014 een bezuinigingstraject opgestart: 'Anders doen met minder geld'.  

Bij het opstellen van zowel de Perspectiefnota 2016-2019 als de Zomernota 2016-2019 bleek de financiële positie  zorgelijk. De financiële armslag van Arnhem wordt sterk beïnvloed door eerder gemaakte keuzes op rijksniveau (regeerakkoord 'Bruggen slaan'). Ook de impact van reeds doorgevoerde, maar ook nog te verwachten (aanpassingen van) nieuwe verdeelmodellen op het sociaal domein is groot. De financiële gevolgen hiervan zijn voor Arnhem veelal ongunstig.

Daarnaast is het een flinke uitdaging om op korte termijn voldoende koerswijzigingen in het sociaal domein aan te brengen om daarmee de kosten in lijn te brengen met de beschikbare budgetten. Bovendien is er nog steeds sprake van een onrustig economisch tij. Ondanks dat er op landelijk niveau tekenen van een voorzichtig herstel zijn, is dit in Arnhem nog nauwelijks merkbaar. Ook moet ermee rekening worden gehouden dat de positieve wending niet zal beklijven. Mondiale ontwikkelingen, zoals die in Oost Europa, het Midden Oosten en ook in Azië, creëren nieuwe politieke en economische onzekerheden.

De geschetste ontwikkelingen dwingen ons om te bezuinigen en creatieve oplossingen te zoeken voor het verminderen van de werkloosheid, het verminderen van het aantal uitkeringen, het beperken van de kosten voor zorg en ondersteuning en het voorkomen van armoede. Dit alles op basis van de in de Perspectiefnota 2016-2019 gepresenteerde nieuwe manier van werken in de stad en in de gemeentelijke organisatie. Ook blijft Arnhem actief in lobby-trajecten, om invloed te blijven uitoefenen op de besluitvorming van het Rijk.

In de Zomernota 2016-2019 is het meest recente financiële beeld geschetst. Meegenomen zijn hierin de ontwikkelingen uit de meicirculaire 2015 voor het gemeentefonds, de inventarisatie van knelpunten en wensen op de diverse programma's en de wijze waarop de bezuinigingen worden vorm geven. In de volgende tabel is samengevat weergegeven hoe de meerjarenprogrammabegroting (MJPB) 2016 - 2019 zich ontwikkelt ten opzichte van de vorige begroting. In de navolgende paragrafen worden de betreffende posten met uitzondering van de uitgangspositie, zoals reeds bij Zomernota besloten, uitgewerkt en toegelicht.

Ontwikkelingen financieel beeld MJPB 2016-2019

Financieel beeld 2016-2019

2016

2017

2018

2019

Bedragen x € 1.000

Uitgangspositie MJPB 2015-2018

0

0

0

0

Nieuwe wetgeving en belastingheffing door het Rijk

-1.450

-1.450

-1.450

-1.450

Herverdeling van rijksuitkeringen

-14.846

-10.316

-6.306

-5.195

Overige bijstellingen rijksbudgetten

0

0

0

0

Bekende knelpunten en oplossingen

-4.244

-3.860

-3.406

-3.646

ID-banen

0

0

0

0

Intensiveringen

-1.345

-1.295

-1.695

-1.695

Jaarlijkse bijstellingen en bedrijfsvoering

312

-380

418

-215

Reëel ramen GRP II

20.028

4.003

-2.201

-2.149

Totaal financiële positie voor bezuinigingen

-1.545

-13.298

-14.639

-14.350

Bezuinigingen

Bezuiniging via wijksturing

-1.500

7.000

10.000

10.000

Overige bezuinigingsvoorstellen

3.046

4.490

7.173

7.685

Bezuinigingen

1.546

11.490

17.173

17.685

Totaal na bezuinigingen

0

-1.808

2.534

3.334

Toevoegen - /onttrekken + aan de AR

0

1.808

-2.534

-3.334

Totaal AR

0

1.808

-2.534

-3.334

Totaal MJPB 2016-2019

0

0

0

0

2.2 Rijksontwikkelingen

In deze paragraaf worden de rijksontwikkelingen geschetst, die consequenties hebben voor de gemeentelijke begroting. In de Zomernota zijn in hoofdstuk 1 onder de kopjes Rijksuitnames en herverdelingen van rijksuitkeringen deze ontwikkelingen ook toegelicht.  

2.2.1 Nieuwe wetgeving en belastingheffing door het rijk

Als gevolg van een aantal maatregelen van rijkswege ontstaat er een structureel nadeel van € 1,5 miljoen.

Nieuwe wetgeving en belastingheffing door het Rijk

2016

2017

2018

2019

Bedragen x € 1.000

Heffing op export van afval

-546

-546

-546

-546

Effecten als gevolg van VPB-plicht voor gemeenten

-650

-650

-650

-650

Effecten afschaffen pv-vergoeding 

-254

-254

-254

-254

Openbare Ruimte: nieuwe omgevingswet

0

pm

pm

pm

Totaal nieuwe wetgeving en belastingheffing door het Rijk

-1.450

-1.450

-1.450

-1.450

Heffing op export van afval (R7)

De gemeente wordt geconfronteerd met een nieuwe belasting die wordt geheven over afval dat door de gemeente ter verbranding wordt aangeboden dan wel voor dat doel naar Duitsland wordt geëxporteerd. Deze nieuwe belasting kost de gemeente € 0,5 miljoen op jaarbasis.

Vennootschapsbelasting (Vpb)-plicht gemeenten (R9)

Vanaf 2016 moeten alle gemeenten en andere overheden vennootschapsbelasting (vpb) gaan betalen over de winst die ze met hun ondernemingsactiviteiten maken. Onze inschatting is dat dit € 0,7 miljoen per jaar zal bedragen.

Afschaffen procesverbaal vergoeding (R7)

Het rijk geeft met ingang van 2015 geen vergoeding meer voor de processen verbaal die door handhavers worden opgesteld. Vooral de handhaving bij parkeren wordt hierdoor getroffen. Arnhem loopt hierdoor bijna € 0,3 miljoen per jaar mis.

Nieuwe Omgevingswet (R7)

Als aanvulling op dit onderdeel geven we aan dat het Rijk bezig is met de voorbereidingen voor de nieuwe Omgevingswet, die regels voor ruimtelijke projecten moet vereenvoudigen en bundelen. De wet, die in 2018 moet gaan gelden, kan volgens een Kamerbrief uit 2011 een besparing opleveren. Vooralsnog is dit echter nog niet concreet te vertalen naar onze begroting.

2.2.2 Ontwikkelingen gemeentefonds inclusief de herverdeling van rijksuitkeringen

In de Zomernota is de prognose van het gemeentefonds verwerkt, zoals volgde uit de doorrekening van de meicirculaire 2015. Deze ontwikkeling is met name negatief als gevolg van alle herverdeeleffecten in het sociaal domein.  

Afgelopen jaren is het zogenaamde groot onderhoud van het gemeentefonds uitgevoerd. Gemeenten blijken aan de verschillende clusters meer of minder uit te geven dan waarmee in de verdeling van de algemene uitkering rekening wordt gehouden. Deze scheefgroei is met het groot onderhoud hersteld. Het grootste deel van dit groot onderhoud is in 2015 reeds verwerkt in het gemeentefonds en in de MJPB 2015-2018. Voor Arnhem betekende dit een nadeel van € 6 per inwoner vanaf 2015. Het groot onderhoud is in 2014 en 2015 voortgezet voor de overige clusters. Voor Arnhem geldt voor deze tweede tranche een nadelig herverdeeleffect van € 11 per inwoner. Hierop is wel een overgangsregeling van toepassing. Deze beperkt de gevolgen van jaar op jaar van het groot onderhoud, in combinatie met de herverdeeleffecten van de IU Sociaal Domein, tot de bestuurlijk overeengekomen norm per inwoner van € 15.

In de volgende tabel wordt een overzicht gepresenteerd over de ontwikkeling van het gemeentefonds op basis van de meicirculaire en de herverdelingen waardoor de rijksuitkeringen worden beïnvloed.

 Herverdeling van rijksuitkeringen

2016

2017

2018

2019

Bedragen x € 1.000

Ontwikkeling gemeentefonds obv meicirculaire 2015

837

-374

1.608

1.442

IU Sociaal domein Wmo2015 

-2.750

-638

-1.260

-1.491

IU Sociaal domein Wmo2015 Beschermd Wonen

-6.770

-4.395

-2.656

-1.335

IU Sociaal domein Jeugd

1.499

3.401

3.942

4.129

Effecten herverdeling BUIG-budget

-7.662

-8.310

-7.940

-7.940

Totaal herverdeling van rijksuitkeringen

-14.846

-10.316

-6.306

-5.195

* Hierbij gaan wij er vanuit dat de vangnetregeling vanaf 2017 op eenzelfde wijze wordt voortgezet. Wanneer de vangnetregeling zou verdwijnen, levert dat voor Arnhem een extra nadeel van circa tien miljoen op.

Ontwikkeling Gemeentefonds op basis van de meicirculaire (div.)

De provincie beoordeelt de begroting op reëel en structureel evenwicht, dat er - voor wat betreft de algemene uitkering uit het Gemeentefonds - tenminste uitgegaan moet worden van de meicirculaire (2015) en de daarin opgenomen uitkeringsfactoren.
Op 2 juni 2015 is de meicirculaire 2015 verschenen. De meicirculaire geeft een vertaling van de Voorjaarsnota van het Rijk. De Voorjaarsnota van het Rijk resulteert voor het jaar 2016 in een zeer beperkt hoger accres dan in september 2014 werd voorzien. De oorzaak van het hogere accres in 2016 ligt in een hogere loonontwikkeling bij het Rijk dan eerder geraamd. Voor het jaar daarna ontstaat (mede door de structurele doorwerking van de accresdalingen in 2015 en 2017) een licht lager accres dan in de septembercirculaire 2014 is opgenomen.

In Bijlage 2 worden de wijzigingen van het Gemeentefonds als gevolg van taakmutaties en nieuwe of gewijzigde decentralisatie- en integratie-uitkeringen toegelicht. Per mutatie is aangegeven in hoeverre deze met de verschillende beleidsvelden worden verrekend.

Integratieuitkeringen sociaal domein (R6)

Vanaf 2015 voert de gemeente taken uit op het gebied van de jeugdzorg, participatie en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Ook wel de drie decentralisaties genoemd.
Vanaf 2015 worden in de vorm van een integratieuitkering (IU Sociaal Domein) de decentralisaties (Jeugdzorg, Participatie, Wmo 2015) opgenomen in het Gemeentefonds. In de meicirculaire 2015 zijn forse mutaties opgenomen op de verschillende onderdelen van de IU Sociaal Domein vanaf 2015. Deze worden grotendeels veroorzaakt door nieuwe of aangepaste verdeelmodellen die ten grondslag liggen aan de verdeling van het macrobudget. Ten aanzien van de Wmo regulier, de Wmo beschermd wonen en de Jeugdzorg worden de herverdeeleffecten vanaf 2016 in de algemene middelen meegenomen. We gaan er daarmee als gemeente vanuit dat de lasten, zoals die thans geraamd zijn op de desbetreffende beleidsvelden, voldoende zijn om de werkelijke kosten te kunnen dragen. Op basis van de huidige gegevens is dit echter nog niet met zekerheid vast te stellen. Het risico bestaat dat in de volgende Perspectiefnota geconcludeerd moet worden dat er extra structurele middelen nodig zijn.

Herverdeeleffecten Buig (R6)

De herverdeling op het BUIG-budget heeft een groot negatief effect. We blijven ons inspannen om zo veel mogelijk mensen aan het werk te helpen, maar door de vangnetregeling levert dit voor de gemeente geen direct financieel voordeel op. Bij iedere inwoner die uit de bijstand komt, daalt immers de uitkering, die de gemeente ontvangt vanuit de vangnetregeling. Het financiële voordeel, komt dus alleen het Rijk ten goede. Daardoor is het onmogelijk geworden de oude openstaande taakstelling van € 3,9 miljoen op de Wwb in te vullen (zie ook 2.3).

Uiteraard is en wordt er sterk gelobbyd om de fouten die in het verdeelmodel zitten, aan te passen. Er zijn van rijkswege al toezeggingen gedaan om het model op onderdelen te corrigeren. We verwijzen hiervoor naar de brief van 19 juni van staatssecretaris Klijnsma aan de Tweede Kamer. Er kunnen echter nog geen uitspraken worden gedaan of en in welke mate deze aanpassingen een positief effect zullen hebben voor Arnhem.

2.3 Knelpunten en oplossingen

In de Perspectiefnota 2016-2019 is ingezoomd op de reeds bekende knelpunten (vooral gebleken uit de jaarrekening) die nog opgelost moeten worden. Afgelopen maanden is op een aantal beleidsvelden nader onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de tekorten op te lossen. In de Zomernota is op de eerste resultaten ingezoomd. In deze paragraaf worden de knelpunten en oplossingen nader toegelicht.

Bekende knelpunten en oplossingen

2016

2017

2018

2019

Bedragen x € 1.000

Niet in te vullen taakstelling op de WWB

-3.900

-3.900

-3.900

-3.900

Presikhaaf Bedrijven

-515

-131

323

83

WABO/ODRA

155

155

155

155

ID-banen

0

0

0

0

Raadsbudget

16

16

16

16

Totaal bekende knelpunten en oplossingen

-4.244

-3.860

-3.406

-3.646

Niet in te vullen taakstellingen op de WWB (R6)

Er is enige jaren geleden besloten tot een taakstelling op de Wwb. In de MJPB 2015-2018 hebben we al geconstateerd dat het invullen van de taakstelling op dit moment niet realistisch is. De taakstelling, die uiteindelijk oploopt naar een bedrag van € 3,9 miljoen, blijkt jaar op jaar een niet te realiseren opgaaf. Zoals ook aangeven in paragraaf 2.2.2 dient deze taakstelling mede in het licht te worden gezien van de herverdeling op het BUIG-budget. Ondanks dat we ons inspannen om zo veel mogelijk mensen aan het werk te helpen is het onmogelijk om deze taakstelling te realiseren en wordt deze ten laste van de algemene middelen gebracht.

Presikhaaf Bedrijven (R6)

Er is ingestemd met de transitienota Presikhaaf. Presikhaaf Bedrijven komt als gevolg van dit besluit in een overgangsfase, waarbij de kaders duidelijk zijn en deels ook nog ingevuld dienen te worden. Ondanks de gemaakte keuzes in het gekozen scenario is Presikhaaf Bedrijven niet in staat de rijksbezuinigingen volledig binnen de eigen begroting op te lossen.
Er wordt uitgegaan van een structureel overblijvend tekort voor de gehele combinatie (Werkgeversservicepunt en Presikhaaf Bedrijven) van circa € 7 miljoen (in 2020). Conform de huidige verdeling tussen de deelnemende gemeenten moet Arnhem 52% van deze rijkskorting voor zijn rekening nemen, wat resulteert in een nadeelbedrag van € 3,6 miljoen (2020). In de jaren daarvoor schommelt het tekort rond dit bedrag. Deels is dit al in de huidige begroting voorzien. Daarnaast wordt de positieve mutatie op het Wsw-deel in de Integratieuitkering Sociaal domein hiervoor meerjarig ingezet. Er resteert dan nog een beperkt tekort in de jaren 2016 en 2017.

WABO/ODRA (R8)

In de Perspectiefnota is het beeld geschetst dat er zich een structureel knelpunt van € 1,8 miljoen voor doet op het onderdeel WABO/ODRA vanwege teruglopende legesopbrengsten en te hoge kosten. Hierop zijn maatregelen genomen om dit tekort terug te dringen. Enerzijds door besparingen aan de kostenkant, anderzijds leidt een nieuwe prognose op basis van actuele (meer positievere) cijfers tot het aframen van het tekort aan de opbrengstenkant tot € 0,5 miljoen. Samen met de ingezette besparingen blijft bijna € 0,2 miljoen voordeel over.

ID-banen(R6)

In 2014 was de verwachting dat het omzetten van de ID-subsidie (toen gefinancierd vanuit het Participatiebudget) naar de structurele loonkostensubsidie (te financieren vanuit het I-deel) tot een positief financieel effect zou leiden op het Participatiebudget. Door het opstarten van een landelijke lobby zou een aanzienlijk macro effect kunnen ontstaan. Helaas heeft dit niet tot het verwachte resultaat geleid. Feitelijk was Arnhem nog één van de laatste gemeenten waar nog via een ID-regeling werk werd gesubsidieerd. Daarbij leverde financiering vanuit het I-deel toen geen voordeel op.
Bij de MJPB 2015-2018 is toen besloten de ID-regeling voor tenminste één jaar te continueren, bekostigd deels vanuit de algemene middelen en deels binnen het Participatiebudget (o.a de Meeneemregeling 2014 ). Voorgesteld wordt om de regeling ook in deze begroting verder te continueren. In 2016 kan de regeling incidenteel worden bekostigd vanuit het Participatie-budget. Voor de jaren 2017 t/m 2019 worden structureel binnen het Participatiebudget oplossingen gevonden.

Raadsbudget (R0)

Voor de raad resteerde uit de vorige begroting een knelpunt van € 80.000. Van dit knelpunt is een bedrag van
€ 50.000 voortgekomen uit het voornemen van Minister Plasterk om het aantal bestuurders te verminderen.
Het andere deel van het knelpunt betreft een bezuinigingstaakstelling van € 30.000 die voortvloeit uit de niet gehonoreerde claim in verband met de stijging van het aantal fracties, de oplopende kosten van het notubizz contract en de organisatie van raadsactiviteiten. Door het verlagen van de fractiekostenvergoedingen is inmiddels
€ 15.000 van dit deel van het knelpunt opgelost. Tenslotte resteren nog voor € 19.000 structurele knelpunten (w.o. de nieuwjaarsreceptie) binnen de begroting van de raad en een ICT knelpunt van € 16.000 met betrekking tot de audio video faciliteiten in commissiekamer Landgoed/Festival. Per saldo een totaal knelpunt van € 100.000.
Het knelpunt wordt opgelost vanuit de ruimte (zie ook 2.5.3) die ontstaat binnen het budget raadsvergoeding, als gevolg van het lager uitvallen van de pensioenpremies, sociale verzekeringspremies en zorgverzekeringswet, dan afgelopen jaar begroot.

2.4 Intensiveringen

Zoals bij de Zomernota is besloten, wordt op een aantal beleidsterreinen geïntensiveerd. In deze paragraaf worden deze intensiveringen toegelicht.

 Intensiveringen

2016

2017

2018

2019

Bedragen x € 1.000

Informatiecentrum BAAK

-345

-345

-345

-345

Passende kinderopvang

-500

-500

-500

-500

Terugdringen schooluitval

0

-400

-800

-800

ICT- onderwijs senioren middels verlagen taakstelling Bibliotheek

-50

-50

-50

-50

Sanering oude gemeentewerf in park Klarenbeek

-450

0

0

0

Totaal intensiveringen

-1.345

-1.295

-1.695

-1.695

Informatiecentrum Baak (R3 en R5)

In het Coalitieakkoord 2014-2018 wordt uitgesproken dat het college recht wil doen aan de oorlogsgeschiedenis van de stad, onder meer door het realiseren van een volwaardig informatiecentrum. Met partijen in de stad is een gezamenlijke koers uitgewerkt 'BAAK' (Battle of Arnhem Aanbod Keten). De ambities die de stad en het college hebben op 'de Slag om Arnhem', hebben tot nog toe geen plek in de begroting. Alle activiteiten en inzet zijn incidenteel en gefragmenteerd gedekt. Voorgesteld wordt hiervoor jaarlijks € 0,3 miljoen in te ramen. De uitwerking en vormgeving van deze ambities en de financiering daarvan zijn coproducties met partners in de regio, landelijke fondsen, gemeenten en provincie.

Passende kinderopvang (R4)

Om te stimuleren dat er meer kinderen instromen in het reguliere onderwijs in plaats van het speciaal onderwijs wordt er vanaf 2016 € 0,5 miljoen vrijgemaakt voor het realiseren van passende kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. In 2016 wordt het budget (deels) eenmalig gebruikt om te voorkomen dat het peuterspeelzaalwerk ruimte moet afstoten, terwijl in 2017 het leerrecht voor alle kinderen vanaf 2,5 jaar wordt ingevoerd, waardoor deze ruimte juist weer nodig is.

Terugdringen schooluitval (R4)

Met ingang van het schooljaar 2017-2018 wordt € 0,8 miljoen toe gevoegd aan de sociale wijkteams om vanuit de wijk en samen met de scholen beter te kunnen sturen op jongeren die dreigen vroegtijdig het onderwijs te verlaten.

ICT-onderwijs senioren (R5)

De bestaande taakstelling op de bibliotheek wordt verlaagd met € 50.000, waardoor de bibliotheek extra aandacht kan besteden aan de scholing van senioren op het gebied van het omgaan met ICT.

Sanering oude gemeentewerf (R8)

De oude gemeentewerf in park Klarenbeek zal worden afgeboekt en gesaneerd (circa € 0,5 miljoen) ten laste van de algemene reserve. Hierdoor is er geen woningbouw nodig ter compensatie van dit verlies.

2.5 Bijstelling en bedrijfsvoering

Voor elke begroting wordt een actualisatie gemaakt van de belastingen (indexatie), het investeringsplan, het gemeentelijk rioleringsplan en de nominale compensatie van gesubsidieerde instellingen. Daarnaast ontstaan er een aantal voor- en nadelen in de bedrijfsvoering. In totaal leidt dit tot in onderstaande tabel aangegeven tekorten en overschotten in het algemeen beeld.

Jaarlijkse bijstellingen en bedrijfsvoering

Bedragen x € 1.000

Nominaal, belastingen en areale ontwikkelingen

298

365

402

965

Actualisatie meerjareninvesteringsplan

1.703

16

826

-349

Diversen bedrijfsvoering

-2.911

-1.138

-1.167

-1.167

Diverse mee- en tegenvallers

1.222

377

357

335

312

-380

418

-215

2.5.1 Nominale, areale en belastingopbrengst ontwikkelingen

Onderstaand een nadere detaillering van de nominale ontwikkeling, de ontwikkeling van de belastingopbrengst en de financiële consequenties van de areale ontwikkeling. In de Zomernota wordt in hoofdstuk 2.1 onder het kopje "Jaarlijkse bijstellingen in de bedrijfsvoering" dit kort toegelicht. Hier worden de ontwikkelingen uitgebreider toegelicht.

Nominaal, belastingen en areale ontwikkelingen

2016

2017

2018

2019

Bedragen x € 1.000

Nominale compensatie v.a. 2016

-172

-172

-172

-172

Ontwikkeling belastingopbrengst

414

602

701

1.280

Areale ontwikkelingen

56

-65

-127

-143

Totaal  nominaal, belastingen en areale ontwikkelingen

298

365

402

965

Nominale ontwikkelingen

In het Coalitieakkoord is afgesproken (afspraak F5) om de budgetten voor goederen en diensten binnen de gemeente en bij verbonden partijen niet aan te passen aan inflatie. Wel worden de  gesubsidieerde instellingen gecompenseerd voor de inflatie. Per saldo bedraagt de door te geven nominale compensatie bijna € 0,2 miljoen. Dit is gebaseerd op het in het Centraal Economisch Plan van 5 maart 2015 gepubliceerde indexatiecijfer 'Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers 2015 (0,30 %) en 'Prijs overheidsconsumptie, netto materieel  (imoc) 2015' (0,30%). Voor de verdeling over de instellingen wordt gerekend met een nominaal percentage van per saldo 0,3 % (looncompensatie 0,3 % (58 %) en prijscompensatie 0,3 % (42 %)).

Belastingen

In het Coalitieakkoord zijn afspraken gemaakt over de belastingontwikkeling, die met ingang van 2015 zijn doorgevoerd. Voor de begroting van 2016 wijzigen deze afspraken niet. Als algemene regel is afgesproken dat alle belastingen, heffingen, leges en parkeertarieven jaarlijks met maximaal de inflatie (CBS consumentenprijsindex, over het jaar 2015 uit Centraal Economisch Plan van 5 maart 2015) worden verhoogd. De toegepaste verhoging voor 2016 is 0,4%.

E.e.a. resulteert in het volgende plaatje dat de lastenontwikkeling voor 2016 afzet tegen 2015.

Overzicht lastenontwikkeling gemiddelde woning Gemeente Arnhem 2016 ten opzichte van 2015

2015

2016

Bedragen in euro's

% Lasten-ontwikkeling

Onroerend zaakbelasting

330

331

0,40%

Rioolheffing

165

166

0,40%

Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishouden)

244

245

0,40%

739

742

0,40%

Voor de effecten die de ontwikkelingen hebben voor de eigenaren en huurders verwijzen wij u naar de paragraaf Lokale heffingen.

Areale ontwikkelingen

Op basis van de ontwikkeling van het aantal inwoners en het aantal woningen is de groei van de stad financieel vertaald. Vanaf 2017 is de groei lager geraamd dan in de vorige MJPB werd begroot.

2.5.2 Investeringen en de bijbehorende kapitaallastenontwikkeling

In de Zomernota is niet specifiek ingezoomd op de investeringen en de bijbehorende ontwikkeling van de kapitaallasten. Het meerjarig investeringsplan dat is opgenomen in de Paragraaf Investeringen, is een gedetailleerd plan, waarin afzonderlijke investeringen per programma zijn gerangschikt. Hiermee heeft het gemeentebestuur een middel in handen om goed onderbouwde afwegingen te maken en de realisatie van investeringen door de tijd nauwgezet te volgen. Op basis van deze investeringsplanning is het voor de gemeenteraad mogelijk om investeringen over de programma's tegen elkaar af te wegen om – wanneer nodig – ruimte te scheppen voor de ambities met onze stad.

In de investeringsplanning 2016 - 2018 zijn alle voorgenomen investeringen opgenomen met een onderscheid in programma- en bedrijfsvoeringsinvesteringen. De bedrijfsvoeringsinvesteringen betreffen veelal de vervanging van bedrijfsmiddelen, zoals het vervangen van de computers, de ICT-infrastructuur, meubilair en dergelijke. De investeringen voor jaarschijf 2019  worden in de volgende MJPB opgenomen. Dit om te voorkomen dat ze nu zouden worden vastgesteld, zonder de impact van de bijbehorende kapitaallasten te kennen. De kapitaallasten op investeringen die in 2019 worden begroot starten door het gehanteerde waarderings-en afschrijvingenregiem pas in 2020 en vallen daarmee buiten de scope van deze begroting.

De investeringen zijn zo reëel als mogelijk geraamd, dit conform de in de MJPB 2014-2017 ingezette lijn om structurele vrijval op kapitaallasten te realiseren door het reëler plannen van investeringen.
Voor de jaren 2016 tot en met 2018 worden in deze MJPB kredieten aangevraagd van € 174,8 miljoen. De nadruk ligt in de jaren 2017 met een totaalbedrag van € 77,9 miljoen en 2018 met een bedrag van € 58,1 miljoen. Voor de hele planperiode van deze MJPB inclusief 2015 wordt uitgegaan van investeringen tot een totaalbedrag van € 247,4 miljoen. Dit is iets meer dan het totaal aan investeringen van € 240,4 miljoen, dat in de vorige MJPB was voorzien voor de periode 2014 - 2018. Voor een vergelijking tussen de huidige investeringsplanning en de vorige wordt verwezen naar de Paragraaf Investeringen.

Kapitaallastenontwikkeling (div)

In de volgende tabel is in de regel kapitaallastenontwikkeling op basis van de in de Paragraaf Investeringen opgenomen investeringsplanning (MIP) de ontwikkeling van de kapitaallasten ten opzichte van de MJPB 2015-2018 weergegeven. Ook is in deze ontwikkeling de vrijval meegenomen die ontstaat door het verschil tussen de werkelijke kapitaallasten van alle in het verleden gedane investeringen (niet MIP investeringen) en de begrote kapitaallastenruimte.

Kapitaallastenontwikkeling en hiermee samenhangende ontwikkelingen

2016

2017

2018

2019

Bedragen x € 1.000

Kapitaallastenontwikkeling 

1.703

16

826

-349

Budgettair neutrale correctie kapitaallasten Mip en activa agv aanpassen interne rekenrente van 5,25% naar 4%

-8.050

-8.382

-8.873

-9.267

Budgettair neutrale correctie nadelen treasurybegroting agv aanpassen interne rekenrente van 5,25% naar 4%

8.050

8.382

8.873

9.267

Totaal Kapitaallastenontwikkeling en hiermee samenhangende ontwikkelingen

1.703

16

826

-349

Budgettair neutrale correcties als gevolg van het aanpassen van de omslagrente (div)

Er is ook rekening gehouden met het verlagen van de omslagrente van 5,25% naar een meer marktconform tarief van 4%. Gezien de ontwikkelingen op de internationale kapitaalmarkt valt een sterke stijging van de rente op korte tot middellange termijn niet te verwachten, waarmee een omslagrente van 4% gedurende een reeks van jaren vastgehouden moet kunnen worden. Voor de begroting van de gemeente Arnhem als geheel is het resultaat van de verlaging van de omslagrente vanaf 2016 budgettair neutraal verwerkt. De voordelen die op de beleidsterreinen ontstaan als gevolg van het lagere rentetarief zijn verrekend met de nadelen die ontstaan in de treasurybegroting als gevolg van het dalen van het rentetarief.

2.5.3 Diversen bedrijfsvoering

In de Zomernota is geschetst dat er een aantal voor- en nadelen ontstaat in de bedrijfsvoering. In deze paragraaf worden deze ontwikkelingen nader toegelicht.

Diversen bedrijfsvoering

2016

2017

2018

2019

Bedragen x € 1.000

Effecten in de bedrijfsvoering

-716

557

528

528

Niet meer toe te wijzen kosten uit de reorganisatie

-1.695

-1.695

-1.695

-1.695

Taakstelling huur huisvesting

-500

0

0

0

Totaal diversen bedrijfsvoering

-2.911

-1.138

-1.167

-1.167

Effecten in de bedrijfsvoering (R9)

Per 1 januari 2017 is op grond van de Cao iedere gemeente verplicht tot het beschikbaar stellen van een individueel keuzebudget. Dit budget bestaat deels uit het vakantiegeld. Omdat dit nu niet als een verplichting op de balans staat, zal dit eenmalig tot een extra last leiden. Ter dekking van deze last worden middelen gebruikt als gevolg van het lager uitvallen van de pensioenpremies, sociale verzekeringspremies en zorgverzekeringswet. Daarnaast ontstaat een voordeel met betrekking tot de verhoging van de raadvergoedingen bij het bereiken van 150.000 inwoners. Vanwege de in 2015 ingevoerde werkkostenregeling hoeft geen belasting meer te worden afgedragen voor die raadsleden die onder de loonbelasting vallen.
Per saldo resteert in 2016 nog een voordeel van € 0,6 miljoen dat wordt ingezet ter dekking van de nog niet gerealiseerde taakstelling op bedrijfsvoering. Incidenteel wordt derhalve € 0,7 miljoen ten laste van de algemene middelen gebracht. Vanaf 2017 wordt de volledige taakstelling uit dit voordeel pensioenpremies gefinancierd en kan er nog ruim € 0,5 miljoen vrijvallen ten gunste van de algemene middelen.

Niet meer toe te wijzen kosten uit de reorganisatie (R9)

Ondanks dat in de periode na de reorganisatie de budgetten zo reëel mogelijk zijn toegewezen aan afdelingen en budgethouders en er bovendien een grondige beoordeling plaats heeft gevonden van alle budgetten, is helaas gebleken dat er op een tweetal plekken in de begroting formatie is opgenomen waarvoor de dekking ontoereikend is. Vóór de reorganisatie werd deze formatie gefinancierd uit programmabudgetten en externe financieringsbronnen. Deze uren/formatie zijn in het verleden uit budgetten van de diensten gefinancierd, echter als gevolg van de reorganisatie is er geen directe relatie meer te leggen tussen deze historische budgetten en de huidige taken en formatie. Deze kosten worden voor € 1,7 miljoen ten laste van de algemene middelen gebracht.

Taakstelling huur huisvesting (R9)

In 2007 heeft de gemeente een huurcontract afgesloten voor de huisvesting van haar ambtenaren voor de locatie Stadskantoor en Eusebiusveste. In de begroting is een taakstelling opgenomen op de huurkosten. Realisatie van deze taakstelling hangt samen met de keuze voor een eventuele nieuwe huisvesting of het sluiten van een nieuw contract. Op dit moment loopt er een onderzoek naar de toekomst van de huisvesting van de ambtenaren die nu in het stadskantoor gehuisvest zijn.Dit wordt ook in samenhang bekeken met de ontwikkelingen ten aanzien van de wijksturing. Voor 2016 worden de consequenties van het niet kunnen invullen van deze taakstelling van € 0,5 miljoen ten laste van de algemene middelen gebracht.

2.5.4 Overige mee- en tegenvallers

Naast alle hiervoor genoemde ontwikkelingen, worden in deze paragraaf de overige van invloed zijnde mee- en tegenvallers toegelicht.

Diverse mee- en tegenvallers

2016

2017

2018

2019

Bedragen x € 1.000

Diverse herallocaties

784

572

572

572

Stadsregio Arnhem Nijmegen

11

11

11

11

Meerkosten exploitatie en beheer fietsenstallingen Arnhem Centraal

Meerkosten exploitatie en beheer fietsenstallingen Arnhem Centraal

-120

-120

-120

-120

Inzetten Presikhaaf Bedrijven

20

20

20

20

Dekken vanuit Bereikbaarheidsfonds

100

100

100

100

Vrijval bereikbaarheidsfonds

800

0

0

0

Knelpunt beheer en onderhoud Arnhem Centraal

Knelpunt beheer en onderhoud Arnhem Centraal

-1.004

pm

pm

pm

Dekking beheer AC uit OZB

230

pm

pm

pm

Dekking beheer AC uit BR Risico en Beheer Arnhem Centraal

774

pm

pm

pm

Taakstelling Gelders Archief

Gelders Archief

-100

-160

-160

-160

In overleg met deelnemers taakstelling invullen op Gelders Archief

100

160

160

160

Correctie kapitaallastenbudget voormalig huisvestingsbudget Kunstbedrijf tbv Rozet

-27

-31

-36

-58

Indexatie Armoede-agenda

-175

-175

-175

-175

Opbrengst kabels en leidingen

Lagere opbrengst leges kabels en leidingen

-110

-110

-110

-110

Kostenbesparing (taakstelling) bij openbare ruimte

47

47

47

47

Verhogen leges kabels en leidingen tot kostendekkendheid

63

63

63

63

Bestemmingsreserve Volkshuisvesting inzet voor activiteiten wonen

0

0

-15

-15

Dividend-uitkering BNG lager dan begroot

-171

Inzetten op bestrijding schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten

Inzetten op bestrijding schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten

-62

-288

-288

-288

Invulling taakstelling Educatie

-100

-100

-100

-100

Stopzetten subsidie Rijnstad functie Brede schoolcoördinatie

162

388

388

388

Totaal diverse mee- en tegenvallers

1.222

377

357

335

Diverse herallocaties

Op basis van de jaarrekening 2014 is gebleken dat er op een aantal begrotingsonderdelen structurele overschotten zijn ontstaan, die geheralloceerd kunnen worden. Het gaat om het wachtgeld voor het college € 0,3 miljoen in 2016 en vanaf 2017 € 45.000, de structurele onderbesteding van het budget Minder Opvang Beter Leven van € 0, 26 miljoen, dat voorheen werd verrekend met de bestemmingsreserve herstructurering OGGZ, de lagere uitvoeringslasten en het rentevoordeel dat ontstaat (per saldo € 50.000) door het werkelijke ritme van startersleningen in te voeren in de begroting en het niet benodigde budget schade uitkeringen verzekeringen.

Stadsregio Arnhem Nijmegen

De Stadsregio Arnhem Nijmegen (SAN) wordt in zijn huidige vorm opgeheven. Na deze opheffing blijft de regionale samenwerking van de SAN bestaan op het terrein van economie, wonen, mobiliteit en duurzaamheid. De inwonersbijdrage valt iets lager uit dan begroot. Derhalve ontstaat een klein voordeel ten gunste van de algemene middelen.

Meerkosten exploitatie en beheer fietsenstallingen Arnhem Centraal (R2)

Aan het uiteindelijk bepaalde exploitatie- en beheerregiem voor fietsenstallingen Arnhem Centraal bedraagt de bijdrage van Arnhem € 120.000. Dekking wordt gerealiseerd via inzet van Presikhaaf bedrijven (kostenbesparing naar verwachting € 20.000) en voor € 0,1 miljoen vanuit de BR Bereikbaarheidfonds. Bij de invoering van het nieuwe regiem wordt de tijdelijke openluchtstalling aan de Sonsbeekzijde opgeheven.

Vrijval bereikbaarheidsfonds (R2)

Het op basis van de actuele begroting doorrekenen van de ontwikkeling van de Bestemmingsreserve bereikbaarheidsfonds heeft geresulteerd in het incidenteel kunnen laten vrijvallen van € 0,8 miljoen vanuit deze bestemmingsreserve.   

Knelpunten beheer en onderhoud Arnhem Centraal (R2, R7 en R8)

De OV-terminal van station Arnhem Centraal nadert zijn voltooiing. Om dit stationsgebied op een hoog ambitieniveau te beheren (zowel het vastgoed als de openbare ruimte) is naar verwachting meer budget nodig dan nu beschikbaar is. Voor een deel zijn deze kosten beïnvloedbaar (ambitieniveau), voor een deel niet (zoals de OZB-kosten). De hoogte van de kosten zijn niet zeker. Daarom wordt voorgesteld voor de OZB budget toe te voegen. Voor het overige wordt voorgesteld overschrijdingen ten laste te brengen van de bestemmingsreserve Risico en beheer Arnhem Centraal. Op basis van de werkelijke kosten zal in de tweede helft van 2016 een voorstel aan het college worden voorgelegd voor de periode vanaf 2017.

Taakstelling Gelders Archief

Het Gelders Archief heeft aangegeven dat de taakstelling waartoe een aantal jaar geleden besloten is, niet goed in te vullen is. In 2016 kan de taakstelling in 2016 deels worden afgedekt met een incidenteel BTW voordeel. Aan het bestuur van het Gelders Archief is verzocht om hier samen met de andere partners invulling aan te geven.

Correctie kapitaallasten voormalige huisvesting Rozet (R5)

In de business case Rozet is per abuis het vrijvallende kapitaallastenbudget bij de verkoop van de toenmalige huisvesting van het Kunstbedrijf aflopend in plaats van constant meegenomen als dekking voor de huurkosten.
Er ontstaat hierdoor een knelpunt dat ten laste van de algemene middelen wordt gebracht.

 Indexatie Armoedeagenda (R6)

In het Coalitieakkoord is opgenomen (afspraak W5), dat het budget voor armoedebeleid in de begroting wordt bepaald door het begrote budget in het voorgaande jaar te vermeerderen of te verminderen met de procentuele toe- of afname van het aantal huishoudens met een laag inkomen (op basis van landelijke ramingen in het jaarlijkse Armoede Signalement van het CPB). Dit is taakstellend voor de uitvoering en staat innovaties binnen het armoedebeleid niet in de weg. De indexatie is op basis hiervan berekend op € 175.000 en wordt ten laste van de algemene middelen gebracht.

Opbrengsten Kabels en leidingen (R7)

De legesinkomsten uit vergunningverlening voor het leggen van kabels en leidingen zijn verminderd en leiden daardoor tot een structureel tekort van € 110.000 per jaar. De werkzaamheden verbonden aan de vergunningverlening nemen echter niet in gelijke mate af, omdat de basiswerkzaamheden een minimum inspanning van de gemeente vergen. Ter dekking worden de legestarieven verhoogd tot een kostendekkend niveau (€ 63.000). De voorgestelde nieuwe legestarieven komen ongeveer overeen met het gemiddelde van de tarieven van omliggende gemeenten. Voor het resterende tekort vind er een besparing plaats op het budget voor het beheer van de openbare ruimte.
Daarnaast worden de legestarieven per m1 waarvoor nu één tarief geldt, gedifferentieerd door een staffel te gaan hanteren. De structurele dekking van de gemeentelijke kosten wordt hierbij gerealiseerd in het basistarief. Hierdoor wordt beter aangesloten bij landelijke ontwikkelingen en wordt voorkomen dat incidentele grootschalige ontwikkelingen op het gebied van de aanleg van glasvezel en warmtenetten onnodig worden belemmerd.

Dividenduitkering BNG (R9)

De dividenduitkering van de BNG valt lager uit dan begroot. De lagere winst kan volledig worden verklaard door een verplichte lagere waardering van een aantal Engelse obligaties (die overigens wel gegarandeerd zijn).
De verwachting is niet dat de winst weer op het oude niveau komt. De jaarlijkse raming van een dividenduitkering wordt aangepast aan een realistischer niveau. De aframing ad € 171.000 wordt ten laste van de algemene middelen gebracht.

Bestemmingsreserve Volkshuisvesting (R8)

Tot voor kort werd jaarlijks uit de bestemmingsreserve Volkshuisvesting een bedrag van € 75.000 onttrokken ten behoeve van de jaarlijkse activiteiten op het beleidsterrein van wonen. Hieruit werd o.a. onderzoek bekostigd. De middelen van de BR Volkshuisvestings zijn gebruikt voor een stimuleringsregeling voor duurzame bouw. Bij deze omzetting is afgesproken dat de jaarlijkse uitname uit het fonds vervangen zou worden door een structurele opname in de MJPB van een post van € 75.000 voor woonactiviteiten. Bij de omzetting bleek dit echter maar tot € 60.000 mogelijk. In deze begroting wordt het restant gerepareerd ad € 15.000 ten laste van de algemene middelen.

Inzetting op bestrijding schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten/invulling taakstelling Educatie (R4)

Er wordt een hoge prioriteit toegekend aan het tegengaan van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten in Arnhem. Op de bestrijding van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten wordt dan ook extra ingezet. Daarnaast resteerde nog een taakstelling op het programma educatie van € 0,1 miljoen. Dekking kan worden gevonden door het stopzetten van de opdracht en subsidie aan Rijnstad ad € 388.000 voor de functie brede schoolcoördinatie in de wijken vanaf 1 augustus 2016 (einde schooljaar 2015 / 2016). De ontwikkeling van het integraal kindcentrum (IKC) maakt de opdracht aan Rijnstad overbodig. Het IKC gaat verder dan de huidige samenwerking van - in principe onafhankelijke - organisaties in een brede school. Een belangrijk verschil is dat - anders dan in de huidige brede scholen - de aansturing binnen een IKC duidelijk belegd is.

2.6 GRP-investeringen

Mede in het kader van het zo reëel als mogelijk ramen worden met ingang van 2017 de kapitaallasten voor de investeringen in het GRP II opgenomen in de begroting. Deze kapitaallasten van de reeds aangelegde riolering werden in tegenstelling tot de kapitaallasten van de andere GRP-plannen nog gedekt vanuit de bestemmingsreserve GRP. Door de toekomstige kapitaallasten van deze onder het GRP-II aangelegde riolering vanaf 2017 in de exploitatie op te nemen kan de bestemmingsreserve van het GRP van ruim € 26 miljoen vrijvallen. In 2016 valt ongeveer € 20 miljoen vrij en in 2017 het restant.

Reëel ramen GRP II

2016

2017

2018

2019

Bedragen x € 1.000

Vrijval BR GRP

20.028

6.226

Inramen kapitaallasten GRP

0

-2.223

-2.201

-2.149

Oplossing reëel ramen GRP II

20.028

4.003

-2.201

-2.149

2.7 Totaaloverzicht

In onderstaand overzicht zijn de ontwikkelingen zoals geschetst in de paragrafen 2.2 tot en met 2.6 samengevat weergegeven. De geschetste ontwikkelingen resulteren, zoals ook verwacht in de Perspectief- en Zomernota, in een meerjarig tekort.

Financieel beeld 2016-2019

2016

2017

2018

2019

Bedragen x € 1.000

Uitgangspositie MJPB 2015-2018

0

0

0

0

Nieuwe wetgeving en belastingheffing door het Rijk

-1.450

-1.450

-1.450

-1.450

Herverdeling van rijksuitkeringen

-14.846

-10.316

-6.306

-5.195

Overige bijstellingen rijksbudgetten

0

0

0

0

Bekende knelpunten en oplossingen

-4.244

-3.860

-3.406

-3.646

ID-banen

0

0

0

0

Intensiveringen

-1.345

-1.295

-1.695

-1.695

Jaarlijkse bijstellingen en bedrijfsvoering

312

-380

418

-215

Reëel ramen GRP II

20.028

4.003

-2.201

-2.149

Totaal financiële positie voor bezuinigingen

-1.545

-13.298

-14.639

-14.350

2.8 Bezuinigingen

Om het verwachte meerjarige tekort op te lossen zijn structurele bezuinigingen noodzakelijk. In de Zomernota
hebben we de bezuinigingen, waarvan in de Perspectiefnota 2016-2019 de richting was bepaald nader uitgewerkt.  De bezuinigingen zijn gebaseerd op de bezuinigingsprincipes: decentraliseren, de-institutionaliseren, differentiëren en daling bezit.

2.8.1 Terugdringen structurele knelpunten
Een deel van de structurele effecten uit de jaarrekening 2014, is binnen het beleidsveld opgelost. Specifiek geldt dit voor Presikhaaf Bedrijven en WABO/ODRA. Zoals in paragraaf 2.2.1 op deze onderdelen reeds is toegelicht, is in de afgelopen maanden op deze beleidsvelden nader onderzoek gedaan en blijkt het mogelijk te zijn de bij de jaarrekening verwachte structurele tekorten op termijn om te buigen naar een minder groot nadeel en bescheiden voordeel. In het totaalbeeld is dit reeds verwerkt.

2.8.2 Voordelig effect nieuwe verdeelmodellen voor WMO en jeugdzorg

Uit het overzicht van de herverdelingen van de rijksuitgaven (zie paragraaf 2.2.2) blijkt dat de herverdelingen op Wmo (regulier en beschermd wonen) en jeugdzorg samen vanaf 2019 een voordelig effect laten zien. Dit effect is ten gunste van het algemeen beeld gebracht. In de Zomernota is aangeven het voordelig effect ten opzichte van de verwachting in de Perspectiefnota 2016-2019 lager is uitgevallen. Het uitgavenverloop is een onzekere factor. Pas in het najaar kan met meer zekerheid aangegeven worden of de uitgaven binnen het kader blijven. Voor de eerste jaren zou het noodfonds kunnen worden aangewend voor het opvangen van eventuele overschrijdingen.

2.8.3 Vergaande verwijking

We gaan meer naar werkelijke behoefte middelen in wijken besteden. Niet het aanbod, maar de vraag staat centraal. Wijksturing op budgetten wordt het uitgangspunt. Juist de keuze voor centrale sturing moet gemotiveerd worden. Als consequentie daarvan wordt een aantal budgetten (grotendeels) onder de sturing van wijkniveau gebracht. Hiermee is minimaal € 100 miljoen budget gemoeid. Vooralsnog wordt aangenomen dat we hierop € 10 miljoen kunnen besparen, doordat wijksturing een betere en efficiëntere besteding van middelen mogelijk maakt.

In november 2015 starten 2 pilots in de gebieden Presikhaaf respectievelijk Elden/de Laar die kennis en ervaring op moeten leveren voor de brede implementatie van wijksturing vanaf 1 januari 2017.
Voor de invoering van de wijksturing is in deze begroting ten laste van de algemene middelen een incidenteel invoeringsbudget van € 1,5 miljoen opgenomen. Daarnaast is de verwachting dat er in het eerste jaar van de volledige invoering van wijksturing sprake is van frictiekosten, bijvoorbeeld in het geval van lopende contracten. Om die reden wordt in 2017 rekening gehouden met € 3,0 miljoen aan frictiekosten. Onderstaand overzicht brengt de bezuiniging via wijksturing in beeld:

Bezuiniging via wijksturing

2016

2017

2018

2019

Bedragen x € 1.000

Bezuiniging door Wijksturing op budgetten obv decentraliseren, differentiëren en de-institutionaliseren

10.000

10.000

10.000

Incidenteel invoeringsbudget

-1.500

Frictiekosten

-3.000

Totaal bezuiniging via wijksturing

-1.500

7.000

10.000

10.000

Om in de pilot-gebieden ervaring op te doen met wijksturing is in deze MJPB, onder het programma 1 van wijken weten, onder de veranderopgave 1.1 Wijksturing, per pilot-wijk een aantal budgetten aangewezen die onder de wijksturing komen te vallen. Voor dit doel zullen per pilotwijk de niet-uitgenutte budgetten ten goede komen aan een te creëren aparte post, waarmee de pilotwijk een doel kan financieren ten voordele van het algemeen belang in die wijk (amendement ChristenUnie 15A43 De winst van de pilots inzichtelijk).
De geselecteerde budgetten geven de wijkteams Leefomgeving de mogelijkheden om op een breed terrein ervaring op te doen met de afwegingen en prioriteringen in de uitvoering op basis van deze budgetten. Ze hebben betrekking op zowel het welzijnsbeleid als op het gebied van onderwijs, cultuur, sport, openbare ruimte, groen, spelen en afval. Alle budgetten met betrekking tot het vastgoed in de wijken zijn hier niet in betrokken. Evenals de budgetten met betrekking tot GREX, GRP en BGB. De sturing op de uitnutting van de budgetten in het kader van de Wmo en de Jeugdwet zijn al belegd bij de sociale wijkteams voor jeugd en volwassenen.
Door budgetten in de pilots onder te brengen kan onderzocht worden op welke wijze meer samenhang en synergie aangebracht kan worden in de uitvoering passend bij het profiel van de betreffende wijken. Zonder dat er een expliciete taakstelling gekoppeld is aan deze budgetten wordt wel de opdracht meegegeven om te zoeken naar besparingsmogelijkheden. Kern is om in de pilots te ontdekken in welke mate en op welke manier wijksturing toegevoegde waarde heeft voor de sturing op de gekozen budgetten.

2.8.4 Gemeentelijk bezit

Enerzijds is dit principe erop gericht om het gemeentelijk bezit zo laag mogelijk te laten zijn, anderzijds het bezit dat overblijft beter te benutten. Belangrijk hierbij is om slimme verbindingen aan te gaan met andere partijen en proberen geld te maken van het bezit dat Arnhem al heeft.
Voorgesteld wordt om de verkoop van gemeentelijk vastgoed voort te zetten, hetgeen naar verwachting de komende vier jaar in elk geval telkens incidenteel € 1 miljoen oplevert.
Binnen de beleidsvelden Cultuur en Sport wordt op zoek gegaan naar nieuwe besparingsmogelijkheden, die passen bij de uitgangspunten van de Perspectiefnota, waardoor het incidentele voordeel op termijn structureel gemaakt kan worden.

Zoals ook al aangegeven in de Zomernota in hoofdstuk 2.1 onder het kopje "Intensiveringen" blijkt dat doorrekening van alle nu bekende beleidsvoornemens op het gebied van onderwijshuisvesting, dat er in de komende jaren fors geld over blijft. Vanaf 2018 is er, gemiddeld, bijna € 3,5 miljoen structurele ruimte. De bestemmingsreserve onderwijs zal daardoor ultimo 2019 ruim € 8 miljoen bevatten. Een deel van deze ruimte kan terugvloeien naar de algemene middelen.
Sinds het amendement Polsstok uit 2011 blijven vrijvallende kapitaallasten beschikbaar binnen het onderwijsveld. Echter, in de jaren daarna bleven investeringen in onderwijsgebouwen - zoals te doen gebruikelijk - opgenomen in het MIP en werden deze gefinancierd vanuit algemene middelen. De vrijval kwam dus niet ten gunste aan de algemene middelen, terwijl nieuwe investeringen daar wel uit betaald werden. Het afgelopen jaar is het totale investeringsprogramma voor onderwijshuisvesting doorgelicht, waarbij bleek dat de gereserveerde kapitaallasten inmiddels veel hoger waren dan nodig voor het afgesproken onderwijshuisvestingsprogramma. Daarmee kan vanaf 2018 ruim drie miljoen structureel vrijvallen. Dit financiële voordeel staat los van het thans lopende onderzoek naar het beperken van de leegstand binnen onderwijshuisvesting.

In onderstaand overzicht staan de genoemde bezuinigingsrichtingen op een rij.

 Bezuinigingen op gemeentelijk bezit

2016

2017

2018

2019

Bedragen x € 1.000

Verkoop gemeentelijk vastgoed

1.000

1.000

1.000

1.000

Vrijval middelen onderwijshuisvesting

500

900

3.300

3.300

Totaal bezuinigingen op gemeentelijk bezit

1.500

1.900

4.300

4.300

2.8.5 Overige bezuinigingsrichtingen

Om voldoende te kunnen bezuinigen zijn in de Zomernota in hoofdstuk 2.2. ook een aantal overige bezuinigingen voorgesteld. In onderstaand overzicht zijn deze opgenomen.

Overige bezuinigingsrichtingen 

2016

2017

2018

2019

Bedragen x € 1.000

Bezuiniging  op VGGM

0

750

750

750

Taakstelling op bereikbaarheid, waaronder oplossen knelpunt PV vergoeding

1.054

1.054

1.054

1.054

Volumegroei Participatie-reintegratie oplossen binnen bestaand budget

492

786

1.069

1.035

Taakstelling op afvalinzameling

0

0

0

546

Totaal overige bezuinigingsrichtingen

1.546

2.590

2.873

3.385

Bezuiniging VGGM (R7)

De gemeenschappelijke regeling VGGM is de afgelopen periode redelijk ontzien van grote bezuinigingen. De verwachting is dat er in elk geval besparingen te realiseren zijn als gevolg van meer efficiency en het terugdringen van de indirecte kosten. Dit naar analogie van de bezuinigingen op de gemeentelijke organisatie. Per saldo wordt verwacht een bezuiniging van € 0,75 miljoen te kunnen realiseren.

Bereikbaarheid (R2)

Op het terrein van mobiliteit kan er € 0,8 miljoen structureel vanaf 2016 bezuinigd worden. Deze bezuinigingen zullen voornamelijk gevonden moeten worden door verhoging van inkomsten door vernieuwing van het parkeerproduct en lagere lasten door de kosten van handhaving te verminderen. Inmiddels heeft zich een stijging van parkeeropbrengsten ingezet. Door investering in klantvriendelijkheid en aantrekkelijkheid van het parkeren zullen enerzijds kosten worden teruggedrongen en ontstaat anderzijds een dynamischer en gastvrij parkeerproduct. De mogelijkheden van kostenbesparing door verdere digitalisering worden opgepakt. Bezien wordt of integratie van parkeerhandhaving en handhaving en toezicht openbare ruimte leidt tot kostenbesparing

Re-integratiemiddelen (R6)

De toename van de IU Sociaal domein voor de re-integratiemiddelen wordt ten gunste van de algemene middelen gebracht. Het beschikbare budget voor re-integratie wordt met deze bezuiniging bevroren. De uitdaging wordt om met gelijkblijvende middelen een groter wordende doelgroep (toename vanuit WSW en Wajong) te bedienen.

Afval (R7)

Vanaf 2019 is een taakstelling op afvalinzameling voorgesteld om de genoemde rijksheffing op het verbranden van afval af te kunnen dekken. In de eerste jaren zal dit nadeel in de algemene middelen worden opgevangen.

2.9 Het beeld ná de bezuinigingen

Na het verwerken van de voorgestelde bezuinigingen in het beeld, ontstaat het volgende nieuwe totaaloverzicht.

Financieel beeld 2016-2019

2016

2017

2018

2019

Bedragen x € 1.000

Uitgangspositie MJPB 2015-2018

0

0

0

0

Nieuwe wetgeving en belastingheffing door het Rijk

-1.450

-1.450

-1.450

-1.450

Herverdeling van rijksuitkeringen

-14.846

-10.316

-6.306

-5.195

Overige bijstellingen rijksbudgetten

0

0

0

0

Bekende knelpunten en oplossingen

-4.244

-3.860

-3.406

-3.646

ID-banen

0

0

0

0

Intensiveringen

-1.345

-1.295

-1.695

-1.695

Jaarlijkse bijstellingen en bedrijfsvoering

312

-380

418

-215

Reëel ramen GRP II

20.028

4.003

-2.201

-2.149

Totaal financiële positie voor bezuinigingen

-1.545

-13.298

-14.639

-14.350

Bezuinigingen

Bezuiniging via wijksturing

-1.500

7.000

10.000

10.000

Overige bezuinigingsvoorstellen

3.046

4.490

7.173

7.685

Bezuinigingen

1.546

11.490

17.173

17.685

Totaal na bezuinigingen

0

-1.808

2.534

3.334

Het beeld laat door de bezuinigingen alleen nog incidenteel in 2017 een fors tekort van € 1,8 miljoen zien. In de  jaren hierna ontstaan overschotten. Deze overschotten bedragen tezamen € 5,8 miljoen en zijn voldoende om met een kasschuif via de algemene reserve het tekort in de jaarschijf 2017 te dekken. Per saldo resteert in 2018 en 2019 tezamen € 4 miljoen. Voorgesteld wordt om deze € 4 miljoen ter verbetering van de vermogenspositie toe te voegen aan de algemene reserve.

Vermogenspositie

In de paragraaf Weerstandsvermogen is de meest recente vermogenspositie geschetst. Hieruit blijkt dat wanneer de beschikbare weerstandscapaciteit van € 35,3 miljoen wordt geconfronteerd met de berekende benodigde weerstandscapaciteit van € 42,9 miljoen (90%) en € 36,4 miljoen (75%), dat de gemeente, bij het opmaken van deze MJPB, voor het minimaal gewenste zekerheidspercentage van 75% over onvoldoende weerstandsvermogen beschikt. Ten opzichte van de 75%-grens is er sprake van € 1,1 miljoen tekort.

Zoals ook in Zomernota en in de inleiding van dit hoofdstuk vermeld, zijn er veel ontwikkelingen die naar de toekomst toe de financiële positie van Arnhem onzeker maken. De impact van reeds doorgevoerde, maar ook nog te verwachten (aanpassingen van) nieuwe verdeelmodellen op het sociaal domein is groot. Het wordt een flinke uitdaging om op korte termijn voldoende koerswijzigingen in het sociaal domein aan te brengen om daarmee de kosten in lijn te brengen met de beschikbare budgetten. Tenslotte is er nog steeds sprake van een onrustig economisch tij. Al met al redenen temeer om het overschot in de jaarschijven 2018 en 2019 toe te voegen aan de algemene reserve en hiermee de vermogenspositie van Arnhem te versterken.

Uitgaande van het vorenstaande kunnen wij u een sluitende begroting presenteren, die wordt samengevat in het volgende financiële beeld.

Financieel beeld 2016-2019

2016

2017

2018

2019

Bedragen x € 1.000

Uitgangspositie MJPB 2015-2018

0

0

0

0

Nieuwe wetgeving en belastingheffing door het Rijk

-1.450

-1.450

-1.450

-1.450

Herverdeling van rijksuitkeringen

-14.846

-10.316

-6.306

-5.195

Overige bijstellingen rijksbudgetten

0

0

0

0

Bekende knelpunten en oplossingen

-4.244

-3.860

-3.406

-3.646

ID-banen

0

0

0

0

Intensiveringen

-1.345

-1.295

-1.695

-1.695

Jaarlijkse bijstellingen en bedrijfsvoering

312

-380

418

-215

Reëel ramen GRP II

20.028

4.003

-2.201

-2.149

Totaal financiële positie voor bezuinigingen

-1.545

-13.298

-14.639

-14.350

Bezuinigingen

Bezuiniging via wijksturing

-1.500

7.000

10.000

10.000

Overige bezuinigingsvoorstellen

3.046

4.490

7.173

7.685

Bezuinigingen

1.546

11.490

17.173

17.685

Totaal na bezuinigingen

0

-1.808

2.534

3.334

Toevoegen - /onttrekken + aan de AR

0

1.808

-2.534

-3.334

Totaal AR

0

1.808

-2.534

-3.334

Totaal MJPB 2016-2019

0

0

0

0