Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Het weerstandsvermogen geeft aan in hoeverre de gemeente Arnhem in staat is om financiële en budgettaire tegenvallers op te vangen. Het weerstandsvermogen wordt berekend door de benodigde weerstandscapaciteit, de risico’s, af te zetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit, de middelen.

Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de gemeente Arnhem in staat is om financiële en budgettaire tegenvallers op te vangen, zonder dat dit leidt tot een directe aanpassing van het beleid. Het weerstandsvermogen wordt berekend door de benodigde weerstandscapaciteit, de risico’s, af te zetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit, de middelen. In de nota ‘Weerstandsvermogen en risicomanagement’ is vastgelegd dat ten aanzien van de risico’s een zekerheidspercentage wordt gehanteerd van 75-90%.

De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door de omvang en impact van de risico’s. Onder beschikbare weerstandscapaciteit verstaan wij die middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om risico’s te kunnen dekken. De hoogte van de beschikbare weerstandscapaciteit wordt bepaald door de reserves van de gemeente, o.a. de algemene reserve, de bestemmingsreserves grondexploitatie en strategische projecten.

De winstpotentie in de grondexploitatie wordt vanaf 2013 vanuit extra behoedzaamheidsoverwegingen niet meer meegenomen in de beschikbare weerstandscapaciteit. Deze overweging is gemaakt tegen de achtergrond dat het lang zal duren voordat de vastgoed- en grondmarkt zich goed heeft hersteld  De winstpotentie is kwetsbaar omdat het middelen betreft die nog niet ten gelde zijn gemaakt.

Het beleid van de gemeente Arnhem is gericht op een pro-actieve risicosturing, waarbij voortdurend de relatie met de beschikbare weerstandscapaciteit in ogenschouw wordt gehouden. Het doel is daarbij om niet iedere tegenvaller direct van invloed te laten zijn op het lopende beleid, waardoor de reguliere dienstverlening niet in het gedrang komt.

De minimale norm voor het weerstandsvermogen is vastgesteld op een zekerheidspercentage van 75%. Wanneer de gemeente onder deze norm komt, is aanzuivering van de reservepositie vereist. Komt de reservepositie boven de norm, die geldt bij een zekerheidspercentage van 90%, dan kunnen reserves worden aangewend voor dekking van (nieuw) beleid.

Met betrekking tot de financiële positie van de gemeente is met ingang van deze MJPB een set van 5 financiële kengetallen ingevoerd. Deze kengetallen zijn opgenomen in de zelfstandige paragraaf Stresstest en hier wordt naar verwezen.

Benodigde versus beschikbare weerstandscapaciteit

Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de gemeente Arnhem in staat is om financiële en budgettaire tegenvallers op te vangen. Confronteren we de beschikbare weerstandscapaciteit van € 35,3 miljoen met de berekende  benodigde weerstandscapaciteit van € 42,9 miljoen (90%) en € 36,4 miljoen (75%), dan blijkt dat de gemeente, bij het opmaken van deze MJPB, voor het minimaal gewenste zekerheidspercentage van 75% over onvoldoende weerstandsvermogen beschikt. Ten opzichte van de 75%-grens is er sprake van € 1,1 miljoen tekort.

In de berekening van het weerstandsvermogen is rekening gehouden met de prognose van het resultaat over 2015.

Actueel weerstandsvermogen

Jaarrekening 2014

MJPB 2016-2019

Bedragen x € 1.000

90%

75%

90%

75%

Gemeentebrede risico's

16.269

13.177

8.291

6.982

Risico's grondexploitatie 

32.295

28.312

32.295

28.312

Grote projecten niet zijnde grondexploitatie

2.314

1.159

2.314

1.159

Benodigde weerstandscapaciteit

50.878

42.648

42.900

36.453

Beschikbare weerstandscapaciteit

Jaarrekening 2014

MJPB 2016-2019

Algemene reserve 

47.567

40.299

Onttrekking AR tbv. BR Innovaties Sociaal Domein

-10.000

Prognose resultaat 2015

-

-14.449

Begroting

1.891

1.039

Weerstandscapaciteit Grondbedrijf

1.151

1.151

Vrijval voorziening Grex agv. verlaging omslagrente

0

1.900

Netto Contante Waarde ISV-middelen 

5.381

5.381

Beschikbare weerstandscapaciteit

45.991

35.321

Benodigd versus beschikbaar

Jaarrekening 2014

MJPB 2016-2019

90%

75%

90%

75%

Verschil

-4.887

3.343

-7.579

-1.132

Verrekening met Algemene Reserve 2015 nav. besluitvorming jaarverslag 2014

-2.728

Verschil 

-7.615

615

-7.579

-1.132

Het weerstandsvermogen is gedaald ten opzichte van het JV 2014. Deze daling is het gevolg van  het terugbrengen van een aantal grote risico's zoals Presikhaaf Bedrijven en de uitkeringen Buig. Deze risico's zijn vanaf 2016 verwerkt in de begroting waarmee het risico (grotendeels) is afgedekt. De beschikbare weerstandscapaciteit is ook gedaald door het verwerken van de prognose van het negatieve resultaat voor 2015.

De meerjarige ontwikkeling beschikbare weerstandscapaciteit gemeente Arnhem

Ontwikkeling beschikbare weerstandscapaciteit gemeente Arnhem

Bedragen x € 1.000

Beschikbare weerstandscapaciteit

2016

2017

2018

2019

Algemene reserve (31-12 van het jaar) *

48.681

51.872

55.650

60.883

Post "strikt onvermijdbaar"

767

767

767

767

Post "onvoorzien"

272

272

272

272

Reserves grondexploitatie e.a.

1.151

1.151

1.151

1.151

Netto Contante Waarde ISV-middelen

0

0

0

0

Beschikbare Weerstandscapaciteit

50.871

54.062

57.840

63.073

*In de stand van de Algemene reserve (31-12 van het jaar) is de prognose van het resultaat 2015 niet meegenomen.

Jaarlijks wordt de algemene reserve verhoogd met 2% rente. Daarnaast vindt in 2016 een verschuiving plaats van
€ 5 miljoen van de netto contante waarde ISV-middelen (waarmee altijd rekening is gehouden bij het weerstandsvermogen) naar de algemene reserve. In alle jaren vanaf 2016 wordt in de algemene reserve ook rekening gehouden met ingroei om het weerstandsvermogen op peil te krijgen en te houden. Tot slot worden toevoegingen gedaan conform eerder vastgestelde kasschuiven.

Benodigde weerstandscapaciteit

Voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit is inzicht nodig in de omvang en de achtergronden van de actuele risico’s. Deze risico’s zijn zo breed mogelijk geïnventariseerd. Niet alle risico’s doen zich echter tegelijkertijd en in volle omvang voor.
Bij de kansberekeningen wordt dan ook een groot aantal schattingen van de totale schadelast van het gehele risicoprofiel gemaakt waarbij rekening wordt gehouden met de kans op optreden van een risico en met het feit dat het schadebedrag per risico kan variëren.  

In de beleidsnota "Weerstandsvermogen en risicomanagement" zijn gewenste zekerheidspercentages bepaald.
In deze nota is opgenomen dat een zekerheidspercentage wordt gehanteerd van 75-90%.
Een zekerheidspercentage van 75% bij het huidige risicoprofiel wil zeggen dat in 75% van alle schattingen van de totale schadelast van het risicoprofiel de totale schadelast kleiner is dan of gelijk aan het bedrag van € 36,4 miljoen. 25% van de uitkomsten van de schattingen zijn groter dan dit bedrag.

Inventarisatie van de risico’s en de benodigde weerstandscapaciteit

In deze paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt onderscheid gemaakt tussen de gemeentebrede risico’s en de risico’s die voortvloeien uit de grondexploitatie en grote projecten (zie ook paragraaf grondbeleid).

In de volgende tabel is de ontwikkeling van de benodigde weerstandscapaciteit opgenomen.

Bedragen enodigde weerstandscapaciteit

Jaarrekening 2014

MJPB 2016-2019

90%

75%

90%

75%

Bedragen x € 1.000,--

Gemeentebrede risico's 

16.269

13.177

8.291

6.982

Grondexploitatie projecten

28.825

25.358

28.825

25.358

Grondexploitatieprojecten in voorbereiding

3.470

2.954

3.470

2.954

Erfpachten 

0

0

0

0

Grote projecten niet zijnde grondexploitatie

2.314

1.159

2.314

1.159

Benodigde weerstandscapaciteit

50.878

42.648

42.900

36.453

Gemeentebrede risico's

Het risicoprofiel is voortdurend aan verandering onderhevig. Uit de bovenstaande tabel blijkt dat de benodigde weerstandscapaciteit voor de gemeentebrede risico’s ten opzichte van de Jaarrekening 2014 gedaald is.
Deze daling is het gevolg van  het terugbrengen van een aantal grote risico's zoals Presikhaaf Bedrijven en de uitkeringen Buig. Deze risico's zijn vanaf 2016 verwerkt in de begroting waarmee het risico (grotendeels) is afgedekt.
Daarnaast is de verandering in de benodigde weerstandscapaciteit het gevolg van het treffen van beheersmaatregelen, het actualiseren van de risicoscore op basis van nieuwe inzichten, gebeurtenissen en veranderingen in de in- en externe omgeving en het inventariseren van nieuwe risico’s.

Het risicoprofiel omvat 62 risico’s.

Dit zijn de gemeentebrede risico’s exclusief de grondexploitatierisico’s en de risico’s rondom de (grote) projecten. Op basis van dit risicoprofiel heeft de gemeente, bij een zekerheidspercentage van 90% een weerstandscapaciteit van € 8,3 miljoen nodig en bij een zekerheidspercentage van 75% € 7,0 miljoen.

Wanneer er een vergelijking wordt gemaakt met het Jaarverslag 2014 (het meest dichtbij liggende rapportagemoment) en de nu voorliggende MJPB 2016-2019, blijkt dat er 21 mutaties in de risico’s hebben plaatsgevonden. In het risicoprofiel zijn 5 nieuwe risico’s toegevoegd, 10 risico’s zijn komen te vervallen en 6 risico’s zijn gewijzigd.

De belangrijkste veranderingen zijn:

Nieuwe risico’s:

  • Participatie:

Er is een drietal risico's die zijn samengevoegd tot één risico ten behoeve van de benodigde weerstandscapaciteit:

  • De nieuwe doelgroepen stroomden voorheen in de SW en/of WAJONG, met de introductie van de  Participatiewet kunnen deze doelgroepen een beroep doen op de Participatiewet. Door de bevriezing van het financiële kader kunnen deze nieuwe doelgroepen minder ondersteund worden (risico € 1 miljoen);
  • De transitie Presikhaaf Bedrijven is een complex traject waarbij vertraging in de uitvoering kan leiden tot financieel nadeel voor Arnhem. Dit zowel voor het proces alsmede de voorgestelde maatregelen (risico

€ 1,2 miljoen);

  • De wijziging in de functie van de Accountmanagers Werk&Inkomen in combinatie met de transitie van deze functie van het Cluster W&I naar het Werkgevers Service Punt kan leiden tot frictiekosten. Deze kosten zijn momenteel niet te kwantificeren derhalve is dit risico niet financieel vertaald;
  • VGGM:

De te verwachten besparingen als gevolg van meer efficiency en het terugdringen van de indirecte kosten bij de VGGM zijn mogelijk niet te realiseren.

Vervallen risico's:

  • Presikhaaf Bedrijven(2015):
    Tekort Presikhaaf bedrijven is verwerkt in de begroting;
  • Presikhaaf Bedrijven (2016,2017,2018):
    Voor het tekort op Presikhaaf Bedrijven zijn middelen in de MJPB opgenomen, andere risico's op het niet realiseren van maatregelen omtrent de transitie zijn meegenomen in het totaal van het nieuwe risico: Transitie reïntegratie;
  • De fietsenstallingen AC:

De fietsenstallingen zijn in beheer en exploitatie bij de NS. Mogelijk zet de NS in op een ander exploitatieregiem waardoor de kosten structureel door Rijk, gemeente en NS gelijkelijk gedragen moeten worden. Dit is nu binnen begroting opgelost;

  • De ontwikkeling van de campus Schuytgraaf:

Doordat de ontwikkeling van de campus Schuytgraaf vertraging heeft opgelopen, heeft het risico van mislopen van subsidie zich voorgedaan. De misgelopen subsidie wordt opgevangen binnen financieringspakket speciaal onderwijs.  

Gewijzigde risico’s (+):

  • Armoedeagenda:                  
    Nieuwe maatregelen die leiden tot bezuinigingen in de Armoedeagenda worden mogelijk niet gerealiseerd. Een belangrijke factor bij de extra verwachte uitgaven is de toename van het aantal mensen met een schuldenproblematiek die te maken krijgen met bewindvoering.

Gewijzigde risico’s (-):

  • Uitkeringen BUIG:

Voor de inschatting van het werkelijk BUIG-nadeel dient rekening gehouden te worden met de compensatie vanuit het vangnet. Het vangnet buig is daarom als beheersmaatregel opgenomen bij het risico, waardoor de risicoscore op de Buig na de beheersmaatregel op 0 uitkomt;

  • Bouwleges ((niet realiseren van de bezuinigingsmaatregelen):
    In de MJPB is een tweeledige oplossing verwerkt; verhoging van de begrote inkomsten en een taakstelling op de uitgaven. De ODRA heeft een taakstelling om verminderde leges te compenseren met minder kosten. Op grond van aangepaste prognoses is dit tekort naar beneden bijgesteld;
  • Bouwleges (niet realiseren van de verwachte hogere leges inkomsten):  
    De te verwachten hogere inkomsten in 2015 zijn in de MJPB doorgetrokken naar 2016 en verder. De hogere inkomsten 2015 zijn het gevolg van een combinatie van enkele grote projecten, het aantrekken van de bouw in algemene zin en een inhaalslag wegens veranderende regelgeving. De vraag is of dit positieve beeld zich ook in 2016 voor zal doen.

In onderstaande risicokaart zijn deze 62 risico’s gerangschikt op basis van risicoscore.

Geld

Score 5 x > € 1.000.000

2

2

1

Score 4: €500.000 < x < €1.000.0000

3

2

3

1

Score 3: € 200.000 > x < € 500.000

4

3

7

1

Score 2: € 50.000 > x < € 200.000

4

2

2

1

4

Score 1: < €50.000

3

1

Geen geldgevolgen

13

1

1

1

kans

10%

30%

50%

70%

90%

In de beleidsnota ‘Weerstandsvermogen en risicomanagement’ zijn afspraken gemaakt over welke risico’s in de beleidscyclus documenten aan de Raad worden gerapporteerd en specifiek worden toegelicht. Het gaat om risico’s met een risicoscore gelijk aan of groter dan 15, de risico’s rechtsboven in de risicokaart. Deze worden in onderstaande tabel gerangschikt op “percentage invloed” (mate waarin risico bijdraagt in de totale benodigde weerstandscapaciteit) en nader toegelicht.

Tabel: risico’s > 15 

Risicogebeurtenis

Kans

Geld

Geld (Max)

Risicoscore 

Invloed (%)

Gewijzigd t.o.v. JV 2014

Reorganisatie wachtgeld:
Als gevolg van de reorganisatie is er boventalligheid ontstaan, waarbij afspraken in het sociaal plan zijn gemaakt m.b.t. loongaranties.
Het sociaal plan loopt af op 1-1-2-17. De kans bestaat dat er op dan moment nog circa 30 personen resteren welke aanspraak kunnen doen op wachtgeld voorzieningen.

5

5

1.500.000

25

14.85%

Ongewijzigd

Armoedeagenda:                 
Nieuwe maatregelen die leiden tot bezuinigingen in de Armoedeagenda worden mogelijk niet gerealiseerd, of hebben mogelijk niet voldoende effect. Een belangrijke factor bij de extra verwachte uitgaven is de toename van het aantal mensen met een schuldenproblematiek die te maken krijgen met bewindvoering

5

4

800.000

20

11.82%

Gewijzigd

Participatie:
*reintegratie extra doelgroepen leiden mogelijk vanaf 2017 tot extra beroep op Participatie Wet-uitkeringen
*de transitie van Presikhaaf bedrijven: maatregelen leiden mogelijk niet tot het gewenste effect.
*transformatie van W&I naar WerkgeversServicePunt leidt mogelijk tot frictiekosten (pm)

3

5

2.200.000

15

10.43%

Nieuw

Lokatie K7' Arnhem Centraal:
Het ontwikkelen van deze lokatie is zeer complex en omgeven met risico’s rond verwerving van benodigde gronden, omvang uitgeefbaar terrein, parkeervoorzieningen en afzet van gronden met kantoorbestemming. Het risico bestaat dat de kantoorontwikkeling op deze lokatie niet wordt gerealiseerd.

3

5

1.480.000

15

8.09%

Ongewijzigd

Niet vergoede indexering:
In veel contracten is opgenomen dat aannemers jaarlijks een indexering in rekening mogen brengen in verband met stijgende prijzen (vaak ongeveer 2%). Als gevolg van een recente bezuiniging wordt deze prijsstijging niet gecompenseerd. Hierdoor ontstaat er een tekort dat kan oplopen tot een nadeel van enkele tonnen.

5

3

320.000

15

2.36%

Ongewijzigd

Andere risico’s, die een belangrijke invloed hebben ( < 15 maar met invloedspercentage van minimaal 2%) zijn:

  • Leningen aan gelieerde instellingen  -  De gemeente Arnhem verstrekt leningen ten behoeve van het realiseren van activiteiten die nauw grenzen aan het gemeentelijke beleid (invloed percentage 5,6%);
  • Zuidelijke Binnenstad  -  Mogelijk zijn met betrekking tot de toekomstige andere plannen voor het Paradijsgebied Rijnboog onvoldoende middelen geraamd voor het verplichte archeologisch onderzoek. (invloedspercentage 5,4%);
  • Bouwleges (niet realiseren van de verwachte hogere leges inkomsten)  -  In de MJPB is een tweeledige oplossing opgenomen; verhoging van de begrote inkomsten en een taakstelling op de uitgaven. De te verwachten hogere inkomsten in 2015 zijn in de MJPB doorgetrokken naar 2016 en verder. De hogere inkomsten 2015 zijn het gevolg van een combinatie van enkele grote projecten, het aantrekken van de bouw in algemene zin en een inhaalslag wegens veranderende regelgeving. De vraag is inderdaad of dit positieve beeld zich ook in 2016 voor zal doen. (invloed percentage 5,3%);
  • Brandschade   -   Bij brandschade of brandstichting aan gemeentelijke eigendommen is de gemeente Arnhem aansprakelijk voor het eigen risico van € 500.000.  (invloedspercentage 4,1%);
  • VGGM  -  De te verwachten besparingen als gevolg van meer efficiency en het terugdringen van de indirecte kosten bij de VGGM zijn mogelijk niet te realiseren. (invloedspercentage 3,3%);  
  • Bouwleges (niet realiseren van de bezuinigingsmaatregelen)  -  De ODRA heeft een taakstelling om verminderde leges te compenseren met minder kosten. Op grond van aangepaste prognoses is dit tekort naar beneden bijgesteld. (invloed percentage 3,0%).

De geïnventariseerde risico’s zijn in te delen naar beleidssector en het aandeel in de benodigde weerstandscapaciteit.

 Classificatie risico's naar sector

De risico's met betrekking tot participatie, ruimtelijke ordening en algemeen hebben het grootste aandeel in het risicoprofiel. De risico’s algemeen liggen op het terrein van mogelijk hogere kosten van personeel en leningen.
Opvallend zijn de geringe aandelen van de sectoren onderwijs, sport en vastgoed. Bekostiging en onderhoud van gebouwen en inkomsten uit gebouwen zijn belangrijke zoekgebieden voor risico’s voor in de komende periode (b.v. MFC’s).  

Risico’s Grondexploitatie- en grote projecten (zie ook paragraaf Grondbeleid)

Ruimtelijke projecten zoals grondexploitaties, grote infrastructurele werken en herontwikkeling van stadsdelen zijn altijd omgeven met risico’s. Risico’s van operationele aard, strategische risico’s maar zeker ook exogene risico’s, zoals de huidige economische omstandigheden, waarop de gemeente niet of nauwelijks kan sturen.  

Op de lopende projecten worden regelmatig analyses uitgevoerd om risico’s te identificeren die het bereiken van de projectdoelen in de weg kunnen staan. Daar hoort ook bij het formuleren en doorvoeren van maatregelen om de effecten van die risico’s voor het project te verkleinen.

Daarnaast worden risico’s en onzekerheden rond de begrote inkomsten en uitgaven, maar ook rond de projectplanningen binnen bandbreedtes op basis van simulatie gekwantificeerd in de benodigde weerstandscapaciteit.

Voor een uitgebreidere omschrijving  en verklaring van de risico’s, de financiële positie, de ontwikkeling van de benodigde weerstandscapaciteit en scenario’s van het grondbedrijf wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid.

Risico's Grondexploitatie en grote projecten
niet zijnde grondexploitatie 

Jaarrekening 2014

MJPB 2016-2019

90%

75%

90%

75%

Bedragen x € 1.000,--

Grondexploitatie projecten

28.825

25.358

28.825

25.358

Grondexploitatieprojecten in voorbereiding

3.470

2.954

3.470

2.954

Erfpachten 

0

0

0

0

Benodigde weerstandscapaciteit

34.609

29.471

34.609

29.471

Voor de begroting 2016-2019 is uitgegaan van dezelfde berekening op basis van dezelfde gegevens als voor het jaarverslag 2014.

In de weerstandsberekening wordt gerekend met parameters voor algemene kosten-  en opbrengstenontwikkeling. De parameters ten aanzien van kosten en opbrengstenstijging in de exploitaties zijn  minder behoudend gekozen, doordat ze zijn aangepast aan de meest recente inzichten in de markt.

Beschikbare weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen die kunnen worden ingezet voor het afdekken van negatieve financiële effecten als gevolg van risico’s die manifest zijn. De beschikbare weerstandscapaciteit ziet er als volgt uit (zie volgende tabel).

Beschikbare Weerstandscapaciteit

Totaal

Bedragen x € 1.000

Algemene reserve per 31-12-2014

47.567

Rente

* 2% rente over de stand per 1-1 (begroot in MJPB 2015-2018)

725

  - Actualisatie bij MJPB 2016-2019

226

MJPB 2006-2009 / MJPB 2010-2013

* Rampenoefening

5

Raad 25 mei 2009

* Plan van aanpak verplaatsing 24-uurs opvang verslaafden

  - Vrijval kapitaallasten voor de verplaatsing van De Boei t.g.v. de AR

197

MJPB 2013-2016:

* Ingroei naar 90% weerstandsvermogen

462

Ontwerp MJBP 2014-2017

* Weerstandsvermogen 75%

1.226

* Kasschuif

-1.040

Ontwerp MJPB 2015-2018

* Voeding BR Innovaties Sociaal Domein

-10.000

Raad 13 april 2015

* Herstelplan Stichting Kunstbedrijf Arnhem

-116

Raad 29 juni 2015

* Jaarverslag 2014:

  - Onderbesteding 2014 budget Cultuur Eenmalige activiteiten toevoegen aan BR Beeld-

    bepalende culturele evenementen

-142

  - Toevoeging aan de BR Vastgoed

-1.164

  - Extra toevoeging BR ICT

-400

  - Voeding nieuw te vormen BR Kapitaallasten Valkenhuizen

-361

  - Vrijval voorziening bij MusisSacrum toevogen aan de BR Cultuur in Rijnboog

-1.000

  - Resultaat buitensport toevoegen aan BR Evenement t.b.v. de GIRO 2016

-218

  - Vrijval BR Regio Focuspunten toevoegen aan de AR

25

  - Vrijval BR Wonen boven winkels toevoegen aan de AR

616

  - Vrijval BR Arnhems Samenlevingsbeleid toevoegen aan de AR

58

* Financiële Jaarrapportage Projecten (FJP) 2014:

  - Resultaat (Niet-Grex) project W6W

3

Raad 13 juli 2015

 * Zomernota

  - Vrijval BR Integrale veiligheid

195

  - Vrijval BR Sport

21

  - Vrijval BR Combinatiefuncties Brede scholen

108

  - Vrijval ruimte BR Beschermd Weerbaar

500

  - Vrijval BR Renterisico Stadsbank

164

  - Vrijval BR Wonen boven winkels

127

  - Vrijval stelpost kapitaallasten Overige

2.455

Raad .. september 2015 (verzamelbesluit-2 2015)

* Verzelfstandiging MSSA

40

* Actualisatie reserves i.h.k.v. de MJPB 2016-2019

  - Vrijval BR Ondergronds Afval Transport (OAT)

20

Prognose resultaat 2015

-14.449

Netto contante waarde (toekomstige) ISV bijdragen

5.381

BR Voorstudies

0

BR Strategische posities

0

BR Grondexploitatie

1.151

Vrijval voorziening Grex agv. verlaging omslagrente

1.900

Strikt onvermijdbaar 2015

767

Onvoorzien 2015

272

Beschikbare weerstandscapaciteit

35.321

Met deze middelen kunnen de tegenvallers bekostigd worden. De overige bestemmingsreserves, de stille reserves, de onbenutte belastingcapaciteit en vanaf 2013 de toekomstige winstpotentie Grex worden niet meegenomen voor het bepalen van de beschikbare weerstandscapaciteit.

De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt ingaande 1 januari 2016 € 35,3 miljoen.

Bij de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit is rekening gehouden met het geprognosticeerde resultaat 2015 van € -14,5 miljoen.

Hieronder worden de verschillende onderdelen nader uiteengezet.

Algemene reserve

De stand van de algemene reserve wordt meegenomen ter bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit en bedraagt  op 1 januari 2016 € 40,3 miljoen.

BR Grondexploitatie, BR Voorstudies en BR Strategische projecten

Deze reserves hebben nog geen specifieke doelbestemming en worden derhalve wel betrokken in de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit. De BR voorstudies en de BR strategische posities zijn momenteel nihil (zie paragraaf Grondbeleid). Door het verwerken van de nieuwe parameters ten behoeve van kosten en opbrengstenstijging valt een deel van de voorziening grondexploitatie vrij; deze is toegevoegd aan de BR grondexploitatie waardoor deze nu niet meer nihil is. De BR grondexploitatie bedraagt € 1,1 miljoen. Als er parameterwijzigingen worden doorgevoerd dan wordt dit vanuit de BR GREX gedekt.

Vrijvallen voorziening Grex als gevolg van verlaging omslagrente

Als gevolg van de lagere omslagrente zullen de geprognosticeerde verliezen in een aantal grondexploitaties lager uitvallen (er worden minder kosten toegerekend) en aangezien voor die verliezen voorzieningen zijn getroffen kunnen de voorzieningen verlaagd worden of zelfs volledig vrijvallen. De grondexploitaties in kwestie zijn:
Presikhaaf (deelproject Rijn IJssel West), industrieterrein Kleefse Waard en De Maten (deelproject Gaardenhage). In totaal gaat het hierbij om een bedrag van € 1.935.000. Bij het jaarverslag 2015 zal voorgesteld worden dit toe te voegen aan de BR Grondexploitatie voor het opvangen van mogelijke risico's. Vooruitlopend op de besluitvorming jaarverslag 2015 is een toevoeging van € 1,9 miljoen aan de BR Grex opgenomen.

ISV-middelen

De gemeente Arnhem ontvangt ISV-middelen. De zekere toekomstige ISV-middelen waar nog geen bestedingsdoelen voor zijn, kunnen worden toegerekend aan de beschikbare weerstandscapaciteit (zie paragraaf Grondbeleid). De ISV regeling gaat ingaande 2016 ophouden te bestaan in de huidige vorm; dit heeft geleid tot een herwaardering. De vrijvallende ISV middelen in 2016 zijn in de voorgaande begrotingen gepresenteerd ten gunste van het beschikbare weerstandsvermogen Grondexploitatie. Gezien de bredere mogelijkheid tot inzet op de diverse beleidsvelden vanuit de Algemene Reserve worden deze middelen in 2016 voor een bedrag van € 5.4 miljoen ten gunste van de Algemene Reserve gebracht.

Onvoorzien en strikt onvermijdbaar

De post onvoorzien bedraagt structureel € 272.000. De post strikt onvermijdbaar is voor 2016 € 767.000.