Samenvattend beeld
De paragraaf geeft inzage in omvang en besteding:
- per type kapitaalgoederen wordt er inzicht gegeven in geldende kaders, ambitieniveau van het onderhoud, feitelijke onderhoudssituatie en geplande inzet voor de komende jaren;
- de kosten worden deels gedekt uit exploitatiebudgetten en deels uit investeringsbudgetten.
In de Perspectiefnota 2016-2019 wordt met het programma "Van wijken weten" een nieuwe weg ingeslagen. Dit heeft, met de daarbij behorende bezuinigingen, zijn weerslag op de manier waarop de openbare ruimte en de kapitaalgoederen onderhouden worden. Dit zal in de in 2016 te houden pilots in de twee gebieden Presikhaaf en De Laar/Elden duidelijk worden. In de MJPB 2017-2020 wordt de gebiedsgerichte uitwerking opgenomen. In deze paragraaf is voor het begrotingsjaar 2016 hiermee nog geen rekening gehouden.
Dit laat het volgende beeld zien:
- De laatste tien jaar is de onderhoudstoestand van kapitaalgoederen, mede door het programma Buiten Gewoon Beter (BGB), op veel onderdelen verbeterd;
- Met gerichte en integrale programmering van het groot onderhoud en vervanging in de openbare ruimte worden de beschikbare middelen zo goed en efficiënt mogelijk ingezet;
- Meer focus op de regiefunctie bij het beheer en het uitbesteden van de uitvoering van onderhoud hebben tot aantoonbare verbeteringen geleid. Uitgangspunten hierbij zijn vooral het voorkómen van kapitaalvernietiging en van onveilige situatie. De focus op de regiefunctie wordt dan ook komende jaren doorgezet;
- Uit landelijke benchmarken blijkt dat wij de stadsreiniging en het onderhoud van het wijkgroen op een zeer kosteneffectieve manier uitvoeren. Stadsreiniging is in Arnhem 50% goedkoper dan het gemiddelde van de deelnemende gemeenten en op gebied van groen is Arnhem 40% goedkoper dan het gemiddelde van de deelnemende gemeenten.
- Extra aandacht gaat de komende jaren uit naar het vroegtijdig betrokken zijn bij de realisatie van projecten in de openbare ruimte. Doel is op een zo vroeg mogelijk moment zicht te krijgen op de kosten van het beheer en onderhoud van de (ver)nieuw(d)e openbare ruimte.
- Bij het bepalen van de onderhoudsniveaus is het kapitaalvernietigingsrisico een belangrijk criterium. Voor alle kapitaalgoederen wordt de komende tijd inzichtelijk gemaakt wat het kapitaalvernietigingsrisico feitelijk betekent.
- Besluitvorming over het gewenste kwaliteitsniveau van de openbare ruimte in relatie tot de beschikbare budgetten zou plaatsvinden aan de hand van een nieuwe Nota Openbare Ruimte, die in 2015 aan de Raad zou worden voorgelegd. Door de nieuwe koers van de Perspectiefnota 2016-2019 en wel specifiek de wijksturing wordt van het opstellen van deze nota afgezien. Het GRP 5, dat integraal onderdeel zou uitmaken van deze nota wordt nu alsnog eind 2015 door de raad vastgesteld;
- In 2015 heeft een analyse plaatsgevonden naar de budgetten die minimaal noodzakelijk zijn om de vastgestelde basisniveaus van de onderhoudsobjecten te kunnen realiseren en handhaven. Het blijkt dat de huidige budgetten voor beheer en onderhoud van de Openbare Ruimte, rekening houdende met de gevolgen van het coalitieakkoord (zie hieronder), en inclusief de voor BGB beschikbare middelen, voldoende zijn om de gewenste kwaliteitsniveaus te realiseren (de 4e en 5e ronde BGB-wijken) en op het gewenste kwaliteitsniveau te houden. Met daarop één uitzondering; voor de asfaltwegen in de wijken moet het basisniveau worden verlaagd van B naar C. Dit is overigens een meer formele verlaging; feitelijk wordt het onderhoud voor deze wegen al niet meer op B-niveau uitgevoerd. In het 'overzicht basisniveaus onderhoudsobjecten' is dit aangepast;
- In de analyse is daarbij ook invulling gegeven aan een aantal taakstellingen uit het Coalitieakkoord en wel:
- een bezuiniging van € 300.000,- op het programma verkeer, vervoer en waterstaat (R2) en daarvan de helft op het budget openbare ruimte; afspraak F10. Voor 2015 is de bezuiniging incidenteel opgelost vanuit de BGB-budgetten (besluitvorming MJPB 2015-2018). Vanaf 2016 wordt de bezuiniging structureel opgelost binnen het totaalbudget openbare ruimte;
- dat de verhoging van de rioolheffing maximaal de inflatie mag zijn door onder meer herschikking van de middelen voor onderhoud van kapitaalgoederen; afspraak F1. Binnen het totaalbudget openbare ruimte is hiervoor de noodzakelijke ruimte vrijgemaakt.
Overzicht basisniveaus onderhoudsobjecten
centrum | winkel centra | wijken | wijken <BGB | bedrijfs terreinen | bossen/ parken | hoofdinfra | fietspaden | |
groen | A | A | C | C | C | B | ||
speelvoorzieningen | B | B | B | C | B | B | ||
recreatievoorzieningen | A | A | B | C | B | B | ||
verhardingen | A | A | C | C/D | B | B | B | A/B |
verkeersvoorzieningen | B | B | B | C | B | B | B | B |
kunstwerken | B | B | B | C | B | B | B | B |
beeldende kunst | B | B | B | C | B | B | B | B |
zwerfvuil en onkruid | A | A | C | C | C | C | C | C |
overige stadsreiniging | A | A | C | C | C | C | C | C |
openbare verlichting | B | B | B | C | B | B | B | B |
riolering | B | B | B | B | B | B | B | B |
water | B | B | B | C | B | B |
In het bovenstaande overzicht zijn de in Arnhem gehanteerde basisniveaus (CROW) voor de diverse onderhoudsobjecten met ingang van 2016 op hoofdlijnen weergegeven. Meer gedetailleerd wordt daarop ingegaan bij de diverse objecten van onderhoud.
Wegen
Actuele kaders
- Beleidsnota Wegenonderhoud (raadsbesluit 2008);
- Besluitvorming bezuinigingen (raadsbesluiten 2012, 2013) .
Ambitie
De ambities liggen volgens de nota Wegenonderhoud op:
- niveau B voor hoofdwegen en voor 90 % van de wegen in wijken;
- niveau A voor fietspaden.
Vanaf 2012 zijn de volgende bezuinigingen doorgevoerd:
- 2013: structurele verlaging van de norm voor wegen in wijken met elementenverharding van B naar C (met name rijbanen) en D (vooral parkeervakken);
- 2013: een bezuiniging van € 300.000 op de hoofdwegen door werken niet meer ‘s nachts en in de weekeinden uit te voeren en door het accepteren van kleinschalige reparaties (impact op de beeldkwaliteit; het ziet er minder mooi uit);
- 2016: structurele verlaging van het onderhoudsniveau van asfaltverhardingen in wijkwegen van B naar C, waarbij opgemerkt wordt dat in de praktijk het onderhoud al niet meer op B werd uitgevoerd (uitgevoerd kon worden).
In 2012 is het basisniveau voor fietspaden verlaagd naar niveau B en de hoofdstructuur naar C voor de duur van 3 jaar. Met ingang van 2016 dit het basisniveau daarom weer teruggebracht naar respectievelijk A en B niveau.
Uitgangssituatie
In onderstaande overzichten wordt de achterstand voor alle wegen weergegeven ten opzichte van B niveau, terwijl het basisniveau in 2013 voor wijkwegen is verlaagd naar C-niveau. Dit is, omdat het beheersysteem op dit moment alleen de achterstand ten opzichte van B niveau kan berekenen. Onderzocht wordt of het systeem daarin meer flexibel kan worden gemaakt. Bovendien kan dan de vergelijking met vorige jaren zo beter gemaakt worden.
- In 2015 is sprake van een aanzienlijke mate van achterstallig onderhoud ten opzichte van het in 2008 als gewenst geformuleerd niveau voor het Arnhemse wegennet:
Hoofdwegen | Wijkwegen | Fietspaden | |
---|---|---|---|
Achterstand 2015 | 24% slechter dan B | 18% slechter dan B | 23% slechter dan A |
De situatie is overigens wel aanzienlijk beter dan die in 2008. In euro’s uitgedrukt is de achterstand in 2015 in vergelijking met 2008 als volgt:
Hoofdwegen | Wijkwegen | Fietspaden | |
---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000 | |||
Achterstand 2008 | 6.200 | 17.600 | 2.500 |
Achterstand 2015 | 1.900 | 11.400 | 700 |
Planning 2016-2019
Het beheerplan 2016, dat in het najaar van 2015 wordt geactualiseerd, is qua planning bepalend voor het groot onderhoud. Waar mogelijk wordt – met name voor wijkwegen – samenloop gecreëerd met Buitengewoon Beter (BGB) en de uitvoering van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Op grond van genoemde planning wordt de volgende ontwikkeling van achterstanden verwacht:
Hoofdwegen | Wijkwegen | Fietspaden | |
---|---|---|---|
Achterstand 2016 | 24% slechter dan B | 18% slechter dan B | 23% slechter dan A |
Achterstand 2019 | 27% slechter dan B | 21% slechter dan B | 20% slechter dan A |
Hoofdwegen | Wijkwegen | Fietspaden | |
---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000 | |||
Achterstand 2019 | 2.100 | 13.300 | 600 |
Openbare verlichting
Actuele kaders
Voor beheer algemeen: alle openbare verlichting wordt in LED-verlichting uitgevoerd (nieuwe aanleg en groot onderhoud).
Ambitie
Met het oog op de sociale veiligheid en verkeersveiligheid voldoet de openbare verlichting in het algemeen aan de verlichtingsklassen van de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV). Deze klassen zijn afgeleid van de Europese norm EN13.201. Voor de kwaliteit van de verlichting in woonwijken gaat het om de laagste verlichtingsklassen van de NSVV, die overeenkomen met het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Met behulp van LED-verlichtingsarmaturen streven we naar een reductie van 50 % op de energiekosten. Meerkosten van LED-verlichting ten opzichte van conventionele verlichting moeten financieel opwegen tegen de besparingen die optreden bij gebruik gedurende 20 jaar.
Uitgangssituatie
De vervanging van masten, armaturen en kabels vindt planmatig plaats, omdat uitstel van planmatige vervanging na enige jaren leidt tot incidentele vervanging tegen hogere vervangingskosten. Daarnaast zou een armoedig straatbeeld ontstaan door incidentele plaatsing van nieuwe armaturen met een ander uiterlijk dan de bestaande. Ter voorkoming van kapitaalvernietiging vindt de vervanging van armaturen met elektronische apparatuur plaats aan het einde van hun (elektronisch-)technische levensduur van 20 jaar.
Planning 2016-2019
De vervanging van de masten, armaturen en kabels wordt met ingang van 2016 gedaan vanuit het investeringsbudget. Hierbij worden vaste termijnen gehanteerd:
- LED-armaturen , LED-behuizingen en masten elke 20 jaar;
- Kabels: elke 25 jaar.
Verkeersinstallaties
Actuele kaders
- ‘Licht op groen’/ over de exploitatie ( raadsbesluit 2004);
- ‘Het Groen Goed Verdeeld’ (collegebesluit 2006).
Ambitie
Doelmatige inzet en beheer van verkeersregelinstallaties (VRI); een goede technische staat en functionaliteit.
De functionaliteit is vooral gericht op het handhaven van de verkeersveiligheid. Daarnaast spelen leefbaarheid en bereikbaarheid, met een nadruk op het bevorderen van het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer, een rol.
Uitgangssituatie
Het dagelijks eerste- en tweedelijnsonderhoud is uitbesteed aan een gespecialiseerde partij. Vanaf eind 2015 wordt gewerkt met een nieuw onderhoudscontract. Voor een nieuw contract voor het regulier vervangingsprogramma zijn voorbereidingen getroffen. Het huidige areaal is zowel technisch als functioneel (verkeerskundig) op orde.
Planning 2016-2019
De vervanging van de verkeersregelinstallaties wordt gedaan vanuit het investeringsbudget. Hierbij worden vaste termijnen gehanteerd:
- verkeersregelautomaat en LED-lantaarns: elke 15 jaar;
- masten en kabels: elke 30 jaar.
Investeringsbudgetten Verkeersregelinstallaties | Investeringen |
---|---|
Bedragen x € 1.000 | |
2016 - 8 verkeersregelinstallaties | 1.835 |
2017 - 4 verkeersregelinstallaties | 2.039 |
2018 - 2 verkeersregelinstallaties | 790 |
2019 - 5 verkeersregelinstallaties | 790 |
Civieltechnische Kunstwerken
Actuele kaders
Beleidskader Buiten Gewoon Beter en Buitengewoon doorgaan (raadsbesluit 2002)
Ambitie
Er zijn op dit moment 885 civieltechnische kunstwerken (bijv. trappartijen, bruggen, tunnels en viaducten) en bij stadsuitbreiding neemt dit aantal verder toe. Ambitie is deze kunstwerken op basisniveau (kwaliteitsniveau B) te brengen en houden.
Uitgangssituatie
- Alle kunstwerken worden jaarlijks functioneel geïnspecteerd (schoon en netjes, heel en veilig). Elke vijf jaar wordt een kunstwerk vervolgens technisch geïnspecteerd. Uit deze inspecties blijkt dat kleine objecten een redelijke staat van onderhoud hebben, hier is ook geen sprake van achterstallig onderhoud;
- De 2014 gehouden technische inspectie van grotere civiele objecten (geheel in gemeentelijk beheer) heeft de actuele onderhoudssituatie voor de komende jaren beter in beeld gebracht;
- Op basis van de uitgevoerde inspecties is het achterstallig onderhoud geraamd op € 4,7 miljoen, waarvan de helft aan het doorlaatwerk in de Groene Rivier (ten noorden van Malburgen in de uiterwaarden). De risico’s voor kapitaalvernietiging zijn hierbij groot.
Planning 2016-2019
- Begin 2015 is aan de hand van de nieuwe inspecties een nieuw beheerplan, leidend voor het onderhoud in de komende jaren, in werking getreden. Op basis van bestaande inspecties staat voor 2016 in ieder geval groot onderhoud aan het viaduct Apeldoornseweg-Cattepoelseweg, de fiets- voetgangersbrug 'Het Hoefijzer' en uitgesteld onderhoud (uit 2015) aan het viaduct Schelmseweg-Cattepoelseweg op het programma;
- Door uitvoering van het onderhoudsprogramma zal de achterstand verkleind worden tot € 1,6 miljoen (dit is exclusief het doorlaatwerk in de Groene Rivier). In 2016 wordt duidelijk of het totaal beschikbare budget voor civieltechnische kunstwerken voldoende is om al het achterstallige onderhoud te kunnen wegwerken.
Riolering
Actuele kaders
- Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 (vaststelling door raad voorzien 2e helft 2015).
Ambitie
- Vaststelling van het GRP5 (2014-2018) wordt voor de tweede helft van 2015 voorzien. De budgetten voor het GRP5 zijn in het MJPB vanaf 2014 als kaderstellend opgenomen;
- Uitgangspunt voor het GRP5 (op basis van de Keuzenota) is uitvoering van wettelijk verplichte taken en een herstel- en vervangingsprogramma, waarmee de risico’s op bezwijkende riolen minimaal zijn;
- Alle riolen met een levensduur van minder dan vijf jaar worden vervangen. Riolen met een levensduur minder dan 10 jaar worden alleen vervangen als ze in een projectgebied liggen;
- In het GRP5 zijn geen middelen opgenomen voor de aanpak van bekende plekken met wateroverlast op straat.
- Naar aanleiding van de wateroverlast in de zomer van 2014 wordt een separaat Actieplan Wateroverlast opgesteld. Voorzien is dat het plan in de tweede helft van 2015 aan de raad wordt voorgelegd. De aanpak is nadrukkelijk een gedeelde verantwoordelijkheid van de overheid (gemeente en waterschap) en de particulieren (bewoners, bedrijven, instellingen). Wijzigingen in de aanpak van (extreme) wateroverlast kunnen gevolgen hebben voor de ambitie van het GRP5 en de besteding van het daarvoor beschikbare krediet.
Uitgangssituatie
- De werking van het Arnhemse rioolstelsel is in de aflopen jaren structureel verbeterd;
- Het rioolstelsel is uitgebreid, de bergingscapaciteit is vergroot en op veel plekken is de afvoer van regenwater afgekoppeld; Bij werkzaamheden wordt zoveel mogelijk gekeken of het mogelijk is om, binnen het beschikbare budget, maatregelen te nemen om extreme wateroverlast te verminderen.
- De onderhoudsachterstanden van het riool zijn aan het verdwijnen;
- Over het gehele rioolstelsel zijn inspectiegegevens beschikbaar;
- Er wordt gewerkt met een projectenlijst op basis van de technische staat van het riool;
- Bij de uitvoering wordt gestreefd naar zoveel mogelijk samenloop met noodzakelijke bovengrondse werkzaamheden.
Planning 2016-2019
De gemiddelde theoretische technische levensduur van een rioolstreng is 60 jaar. Belangrijke bepalende factoren voor de levensduur zijn de stabiliteit van de ondergrond, het gebruik van de buitenruimte boven het riool en het gebruik van het riool zelf. In de praktijk zien we dat de gemiddelde levensduur in Arnhem iets langer is dan 60 jaar.
In Arnhem ligt op dit moment nog 135 kilometer riool dat ouder is dan 60 jaar. In de komende planperiode worden alleen nog maar die riolen vervangen die op technische gronden ook echt vervangen móéten worden.
Water
Actuele kaders
- Waterplan Arnhem 2009 – 2015 (raadsbesluit 2009); gezamenlijk beleidsplan van gemeente en beide waterschappen.
Ambitie
- Het watersysteem op orde brengen en houden. Bij het beheer en onderhoud gaat het onder meer om afkoppelvoorzieningen, eco-zones, moerassen, sloten, beschoeiingen, paddenpoelen en oppervlaktewater(bodems) zoals de Immerlooplas, Malburgerhaven, Defensiehaven, Haven van Coers en de dijkdoorbraakkolken in Arnhem .
- Ook het onderhoud aan civieltechnische watergerelateerde werken, zoals beekriolen, duikers en fonteinen behoort bij dit onderwerp. Voor het hydraulisch profiel zijn de twee waterschappen verantwoordelijk.
Uitgangssituatie
- Het Waterplan 2009–2015 is tot nu toe overeenkomstig het uitvoeringsprogramma gerealiseerd;
- Van de onderhoudstoestand van vooral de duikers en beekriolen is op dit moment nog weinig bekend. In de afgelopen periode is veel energie gestoken in het controleren en waar nodig corrigeren van de bestaande beheergegevens van de duikers en beekriolen. De locaties en de ouderdom zijn in kaart gebracht.
Planning 2016-2019
- De onderhoudstoestand van alle duikers en beekriolen (er zijn circa 100 duiker- en beekrioolkruisingen met de hoofd- en ontsluitingswegen, provinciale wegen en het spoor) worden in deze planperiode in beeld gebracht;
- Door reiniging en inspectie van de duikers en beekriolen kan de fysieke conditie (het schadebeeld) worden beoordeeld en de onderhoudsbehoefte in beeld worden gebracht. Op basis daarvan worden ook in deze planperiode de beheersmaatregelen uitgezet;
- Het afzien van de geplande herontwikkeling op het Gele Rijdersplein (herbouw HBS) heeft gevolgen voor de AKU-fontein (monument) en wel specifiek hoe moet worden omgegaan met het aanwezige achterstallige onderhoud. Hiernaar is onderzoek gestart.
Wijkgroen
Actuele kaders
Groenplan 2004-2007/2015 (raadsbesluit 2004)
Ambitie
Het Groenplan bevat een samenhangende visie op de ontwikkeling, inrichting en beheer van het groen in en om de stad Arnhem, voor korte (2004 – 2007) en de middellange termijn (2015). Wijkgroenbeheer is gericht op het realisatie en instandhouding van de gewenste streefbeelden. Op de ene plaats leidt dit tot natuurlijk groen en op een andere tot meer cultuurlijk groen.
- onderhoudsambitie wijkgroen: C-niveau;
- onderhoudsambitie groen in de binnenstad en winkelcentra: A-niveau.
Het Coalitieakkoord bevat diverse groene ambities:
- gebieden bestemd als natuur en bos behouden hun bestemming;
- Het areaal groen blijft ten minste gelijk en bij voorkeur per wijk.
Uitgangssituatie
- Wijkgroen: het dagelijks onderhoud wordt op C-niveau uitgevoerd. Het gaat dan om het onderhoud van heesters, hagen, boomspiegels, struwelen en gazons. Areaaluitbreiding (Schuytgraaf en diverse inbreidingslocaties) zorgt voor het verder oplopen van het tekort bij het dagelijks onderhoud. Om de tekorten op het dagelijks onderhoud terug te dringen wordt een deel van het budget wijkgroen programmering (vervangen groen) ingezet;
- Groen in de binnenstad en winkelcentra: het onderhoud wordt op A-niveau uitgevoerd.
Planning 2016-2019
- Dagelijks onderhoud: wordt vooralsnog uitgevoerd conform de in 2015 gevolgde lijn nl. A-, B- dan wel C-niveau;
- Vervangingen: worden zoveel mogelijk in samenloop met maatregelen aan andere onderhoudsobjecten en in integrale projecten geprogrammeerd en opgepakt. Het dagelijks onderhoud van het wijkgroen.
Speelvoorzieningen
Actuele kaders
- Nota Ruimte voor de Jeugd (Spelennota) 2010-2020 (raadsbesluit 2009)
- Initiatiefvoorstel Groene Speelplaatsen (raadsbesluit 2013).
Ambitie
Speelvoorzieningen in de (semi-) openbare ruimte moeten voldoen aan de normen van het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS). De onderhoudsambitie voor speelvoorzieningen is niveau B. Vanuit het oogpunt van kostenbeheersing voor het onderhoud wordt gestreefd naar grotere centrale speelplekken met meer spelaanleidingen en naar natuurlijk spelen. Deze grotere centrale speelplekken zijn uitdagender en sluiten beter aan bij de wensen van de kinderen.
Uitgangssituatie
- Dagelijks onderhoud: wordt op B-niveau uitgevoerd, behalve voor het onderdeel beplakking en graffiti dat op C-niveau wordt uitgevoerd;
- Inspectie: alle speelvoorzieningen in de openbare ruimte worden 3 keer per jaar op functionaliteit geïnspecteerd en 1 keer per jaar op technische kwaliteit. Dit is conform de normen van het Warenwetbesluit. Geconstateerde gebreken worden hersteld of ook anderszins opgelost;
- Vervangingen: versleten speeltoestellen worden verwijderd en alleen vervangen, indien dit binnen de uitgangspunten van de Nota Ruimte voor de Jeugd past.
Planning 2016-2019
Voortzetting van het bestaande niveau van onderhoud en beheer. Dat impliceert ook het verder toegroeien naar centrale speelplekken per wijk.
Bomen
Actuele kaders
Groenplan 2004-2007/2015 (raadsbesluit 2004).
Ambitie
De gemeente als boomeigenaar dient volgens het Burgerlijk Wetboek de algemene zorgvuldigheidsnormen in acht te nemen, de zorgplicht. Beheer- en onderhoudsmaatregelen zijn gericht op duurzame instandhouding van het bomenbestand en de bomenstructuur. Hierbij is speciale aandacht voor waardevolle bomen. Het ambitieniveau voor het onderhoud aan individuele bomen is B.
Uitgangssituatie
- Zorgplicht: alle bomen in de openbare ruimte worden periodiek vooral op veiligheid gecontroleerd door visuele boombeoordelingen;
- Dagelijks onderhoud: de individuele bomen worden op B-niveau onderhouden. Om budgettaire redenen konden voorgaande jaren de bomen niet allemaal naar wens worden gesnoeid, zodat achterstanden zijn ontstaan. Hierdoor is het aantal meldingen, klachten en de overlast toegenomen. De risico's bij aanhoudend tekorten zijn op lange termijn meer onveilige situaties, calamiteiten en kapitaalvernietiging, omdat de vitaliteit van de bomen achteruit gaat. Om dit te voor komen wordt een deel van het budget bomen programmering (vervanging bomenlanen) ingezet voor het snoeien van bomen;
- Vervangingen: de individuele vervanging van bomen wordt jaarlijks via de boombeheerlijst uitgevoerd. Vervanging van bomenlanen wordt geprogrammeerd zodra meer dan 60% van de bomen in een laan zijn uitgevallen.
Planning 2016-2019
Alle noodzakelijke maatregelen naar aanleiding van de periodieke veiligheidsbeoordelingen zullen worden uitgevoerd. Het dagelijks onderhoud van de individuele bomen wordt blijvend gedaan op B-niveau.
In de periode 2014-2016 wordt de huidige staat van de bomenlanen geïnventariseerd. Hierin wordt het percentage uitgevallen bomen in beeld gebracht.
Parken en Bossen
Actuele kaders
Groenplan 2004-2007/2015 (raadsbesluit 2004);
Gebiedsvisie Moscowa 2007-2030 (raadsbesluit 2007);
Gebiedsvisie Sonsbeek, Zijpendaal en Gulden Bodem 2008-2018 (raadsbesluit 2008).
Ambitie
Ruimte voor recreatie, sport en samenleven én de instandhouding en verbetering van erfgoed en ecologische systemen. Concreet bij onder meer de instandhouding van de rijksmonumenten Moscowa, Sonsbeek, Zijpendaal en Gulden Bodem:
- instandhouding leempaden en slijtlagen, trappen, zitbanken, ligweides (sport, recreatie, ontmoeting);
- instandhouding weidehekwerken, herinrichting van bospercelen, laanvervanging (ecologie);
- instandhouding poorten, monumentale weidehekwerken en follies zoals de Belvedère en de IJskelder in Sonsbeek (erfgoed).
Een ander tenminste op B-kwaliteitsniveau.
Uitgangssituatie
De Barrokke laan van Zijpendaal is in verval geraakt. Langs de laan moeten diverse bomen gekapt en vervangen worden.
Planning 2016-2019
In 2016/ 2017 wordt grootschalig onderhoud gepleegd aan de Barokke laan.
Sportvelden
Actuele kaders
Sportvisie (raadsbesluit 2011);
Arnhemse Accommodatienota (raadsbesluit 2014)
Ambitie
Integraal en efficiënt beheer, exploitatie en onderhoud van de buitensportaccommodaties, passend bij de wensen en behoeften van de huidige en potentiële gebruikers. Bij het integrale en efficiënte beheer wordt uitgegaan van de kwalificatie “voldoende tot goed” op basis van de uitgangspunten in het kwaliteitssysteem voor sportvelden (KYBYS). Uitgangspunt is voorts dat een deel van het uitvoerende werk wordt uitgevoerd door medewerkers met een blijvende of tijdelijke achterstand tot de arbeidsmarkt.
Uitgangssituatie
Op basis van inspecties is geconstateerd dat de staat van onderhoud van de accommodaties, zowel op sporttechnisch als op cultuurtechnisch gebied op dit moment voldoende tot goed is.
Planning 2016-2019
In het kader van een bezuinigingsoperatie is per 1 januari 2015 10 % van de buitensportvelden afgestoten. Dit heeft een structurele besparing van € 130.000 opgeleverd. Het reguliere onderhoud aan de overblijvende sportparken zal op het huidige kwaliteitsniveau worden uitgevoerd vanuit de normale onderhoudsbudgetten. Noodzakelijke renovaties en vervangingen zijn voor de periode 2016–2019 voorgedragen in de meerjarige investeringsplanning.
Installaties zwembaden
Actuele kaders
Sportvisie (raadsbesluit 2011);
Arnhemse Accommodatienota (raadsbesluit 2014).
Ambitie
De kwaliteit zoals gedefinieerd in het (ambtelijke) “Onderhoudsplan Installaties Zwembaden” van de afdeling zwembaden van het sportbedrijf Arnhem is uitgangspunt voor goed functionerende installaties
Uitgangssituatie
De staat van installaties in beheer bij het Sportbedrijf Arnhem is goed. Een deel van de installaties in de zwembaden (de gebouwgebonden installaties) is in beheer bij het Vastgoedbedrijf Arnhem. Hierover vindt afstemming tussen beheersmatige en inhoudelijke verantwoordelijkheid plaats.
Planning 2016-2019
Voortzetting van het reguliere onderhoud conform genoemd onderhoudsplan.
Tijdige vervanging van installaties in de periode 2016-2019 is voorgedragen voor de meerjarige investeringsplanning
Inzamelvoorzieningen voor afval- en grondstoffen
Actuele kaders
- Afval- grondstoffenbeleidsplan 2012-2020 (raadsbesluit 2012);
- Uitrol omgekeerd inzamelen (raadsbesluit juni 2015);
- Overeenkomst voor het Ondergronds Afval Transportsysteem (OAT).
Ambitie
- Het realiseren van meer hergebruik van het huishoudelijk afval. 60% hergebruik in 2020;
- Zorg voor een geborgde functionaliteit (geen storingen);
- Veiligheid voor gebruikers en passanten nabij de inzamelvoorzieningen en het gebruik van de voorzieningen.
Uitgangssituatie
- Het implementeren van het nieuw inzamelsysteem (omgekeerd inzamelen) binnen de gestelde kaders;
- Zowel preventief als correctief onderhoud zijn uitbesteed;
- Staat van onderhoud is nu (na verandering van de onderhoudssystematiek) voldoende tot goed;
- Systemen zijn voorzien van een veiligheidskeurmerk. Er worden periodiek controles uitgevoerd.
Planning 2016 - 2019
- Uitrol inzamelsysteem omgekeerd inzamelen 2016 t/m 2018 conform het raadsbesluit van juni 2015;
- Behoud van de uitgangssituatie;
- Jaarlijkse evaluatie of op basis van de controles de onderhoudsovereenkomst nog voldoende actueel is of aangevuld moet worden;
- Noodzakelijke investeringen in het OAT zijn voorzien in de exploitatie, ook na 2019.
Vastgoed
Actuele kaders
Er is een ambtelijk Vastgoedbeheerplan en er zijn voor alle panden in (permanent) beheer ambtelijke meerjarige onderhoudsplannen.
Bij het vastgoed gelden als deelportefeuilles onderwijsgebouwen (R4), culturele-, erfgoed- en sportvoorzieningen (R5), welzijnsvoorzieningen (R7), gemeentelijke huisvesting (R9), bijzonder vastgoed en vastgoed in de openbare ruimte (R2).
Ambitie
De ambitie is, behalve voor stedelijke ontwikkelingsprojecten, over het geheel genomen een NEN2767-conditie score 3 of beter. Dit gebeurt door middel van een vastgelegde meet- en registreermethode. Deze registratie geschiedt door een gecertificeerde inspecteur. Deze stelt van ieder materiaal, elk element en iedere detaillering vast wat de eventuele gebreken zijn, de omvang daarvan en de intensiteit. De score loopt van 1 tot 6, daarbij is 1 zeer goed en 6 zeer slecht. Een conditiescore van 3 is naar de maatstaf van de meeste eigenaren en gebruikers voldoende. Afwijkingen van conditiescore 3 zijn mogelijk al naar gelang de functie. Zo onderhoudt de gemeente vastgoed wat aangekocht is voor stedelijke ontwikkelingsprojecten niet op een conditiegerichte manier omdat deze panden tijdelijk in beheer zijn.
Uitgangssituatie
Al het vastgoed voldoet aan het gewenste kwaliteitsniveau, met uitzondering van gebouwen die op korte termijn de functie gaan verliezen of gebouwen die op korte termijn gerenoveerd gaan worden. Veel gebouwen zijn ouder dan 40 jaar, waardoor onder meer de isolatiewaarden niet voldoen aan hedendaagse normen.
Met ingang van 2015 is voor de deelportefeuille onderwijs de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de gebouwen overgegaan naar de schoolbesturen. De multifunctionele centra zijn hiervan uitgezonderd.
Planning 2016-2019
Lasten en baten voor beheer en onderhoud van het permanente vastgoed maken onderdeel uit van diverse programma’s in de gemeentebegroting. Jaarlijks wordt er gemiddeld ongeveer € 1,4 miljoen uitgegeven aan investeringen zoals daken en installaties. Daarnaast wordt er jaarlijks gemiddeld € 3,2 miljoen uitgegeven aan kosten voor onderhoud.
In 2016 bedragen de exploitatiekosten over alle programma's heen € 37 miljoen, waarvan ruim € 30 miljoen aan kapitaallasten. De (verhuur) inkomsten bedragen € 7 miljoen en de overige goederen en diensten bedragen 14 miljoen. De grootste uitgavenpost hiervan is huur: deze bedraagt ruim € 7 miljoen. Aan onderhoud wordt er in 2016 naar verwachting € 3,5 miljoen uitgegeven.
In de begroting 2016 - 2019 is een taakstelling voor te verkopen vastgoed van € 1 miljoen per jaar opgenomen. Deze taakstelling is niet structureel. Dit zal voornamelijk worden ingevuld door de verkoop van overtollig geworden schoolgebouwen.
Overzicht onderhoudskosten kapitaalgoederen
Kapitaalgoed | Overige goederen en | Kapitaallasten | Totaal exploitatie | Investeringen 2016 |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000 | ||||
BGB | 6.632 | - | 6.632 | |
Wegen | 5.962 | 804 | 6.766 | 1.278 |
Kunstwerken | 514 | - | 514 | 787 |
Riolering | 3.827 | 10.540 | 14.367 | 9.523 |
Groen | 3.269 | 22 | 3.291 | |
Bomen | 862 | 32 | 894 | |
Spelen | 753 | - | 753 | |
Bossen en parken | 1.593 | 224 | 1.817 | |
Water | 1.512 | 104 | 1.616 | |
Openbare Verlichting | 1.311 | 676 | 1.987 | 2.350 |
Verkeersregelinstallaties | 604 | 694 | 1.298 | 1.835 |
Inzamelvoorziening Afvalstoffen (1) | 395 | 1.115 | 1.510 | 1.849 |
Sportvelden | 307 | 252 | 559 | 660 |
Instalaties Zwembaden | 112 | 51 | 163 | 172 |
Vastgoed | 7.200 | 30.182 | 37.382 | 1.400 |
Totaal | 34.853 | 44.696 | 79.549 | 19.854 |
Openbare Ruimte | 78,1% | 31,8% | 52,1% | 88,8% |
Sportbedrijf | 1,2% | 0,7% | 0,9% | 4,2% |
Vastgoed | 20,7% | 67,5% | 47,0% | 7,1% |
[1] De hier geraamde post betreft de onderhoudskosten van kapitaalgoederen met betrekking tot ondergrondse containers, ondergronds afvaltransport en omgekeerde afvalinzameling.