Lijst van verbonden partijen
In vergelijking met voorgaande jaren is er gekozen om deze paragraaf op een andere manier vorm te geven.
Hierbij wordt gebruik gemaakt van een risicoanalyse, het zogenaamde risicokompas dat verder in deze paragraaf wordt toegelicht.
De gemeente vervult twee rollen richting de verbonden partijen: de rol van opdrachtgever en van eigenaar. De
verantwoording in de paragraaf verbonden partijen vindt plaats vanuit de positie als eigenaar van deze verbondenpartijen. Opmerking hierbij is dat de gemeente Arnhem in bijna alle gevallen mede-eigenaar is in de verbondenpartij, hetgeen betekent dat er meerdere deelnemers zijn. De verantwoording vanuit de rol als opdrachtgever is terug te vinden in de desbetreffende programma's.
In onderstaande tabel wordt aangegeven in welke programma's de verbonden partijen een bijdrage leveren aan
de gemeentelijke beleidsdoelstellingen in de diverse programma's.
Rechtsvorm | Naam | Regulier programma | |
---|---|---|---|
Gemeenschappelijke regelingen | 1. | WGR+ Stadsregio Arnhem Nijmegen | R0 Algemeen bestuur en |
2. | GR Veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) | R1 Veiligheid | |
3. | GR Werkvoorziening Midden Gelderland (Presikhaaf Bedrijven) | R6 Participatie en | |
4. | GR Regionaal Historisch Centrum Gelders Archief | R5 Cultuur, recreatie en sport | |
5. | GR Onderwijszaken | R4 Educatie | |
6. | GR Milieusamenwerking Regio Arnhem (MRA) | R7 Gezondheid en Milieu | |
7. | GR Euregio Rijn-Waal | R3 Economie | |
8. | GR Lingezegen | R5 Cultuur, recreatie en sport | |
9. | GR Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) | R7 Milieuhandhaving | |
Stichtingen | 10. | St. Stedenlink | R9 Financiën en bedrijfsvoering |
11. | St. Samenwerkingsverband Glasvezelnetwerk Arnhem | R9 Financiën en bedrijfsvoering | |
12. | St. Het Veluwse Bosbrandweer Comité | R1 Veiligheid | |
13. | St. Parkeerbeheer Arnhem | R2 Verkeer, vervoer en waterstaat | |
Besloten | 14. | BV Dataland | R9 Financiën en bedrijfsvoering |
vennootschappen | 15. | BV Facility Point | R3 Economie |
16. | BV Nazorg Bodem Holding | R7 Gezondheid en Milieu | |
Naamloze vennootschappen | 17. | NV Bank Nederlandse Gemeenten | R9 Financiën en bedrijfsvoering |
Actuele kaders
- kadernota Verbonden partijen (raadsbesluit 2005; geactualiseerd in 2007);
- kadernota "Afstoffen en aanscherpen" (raadsbesluit 2007).
In voorgaande nota's is de visie van de gemeente Arnhem op de verbonden partijen vastgelegd met daarin
uitvoeringsrichtlijnen over de wijze van sturen en beheersen. Door o.a de ontwikkelingen in het sociale domein, de verzelfstandigingen en intergemeentelijke samenwerkingsvormen is actualisatie van deze richtlijnen nodig. Hierbij gaat het om een risico gebaseerde aanpak, onder andere door het instellen van een governance code.
In de eerste helft van 2016 zullen beide nota's worden geactualiseerd.
Governance code
Het doel van een governance code is het transparant en controleerbaar maken van instellingen die afhankelijk zijn van gemeenschapsgeld. Het gaat hierbij niet alleen om de verbonden partijen, maar ook om de gesubsidieerde instellingen en de contractpartners in bijvoorbeeld het sociaal domein. Om deze governance code te ontwikkelen is er een pilot met de verbonden partijen gestart voor de ontwikkeling van een risicokompas. Het risicokompas is een risicoanalyse, die is ontwikkeld om de continuïteit van de verbonden partijen te waarborgen en een beter zicht te geven op de ontwikkelingen en risico's van de verbonden partijen. Het risicokompas bestaat uit een set van acht indicatoren waarop de verbonden partijen beoordeeld worden. Deze acht indicatoren zijn onder te verdelen in een bestuurlijk deel en een financieel deel. De indicatoren politiek belang, kwaliteit van de organisatie, kwaliteit van de interne processen en omgeving bepalen het bestuurlijke deel. Het financiële deel bestaat uit de indicatoren eigenaarsbelang, financiële flexibiliteit, financieel resultaat en governance.
De resultaten
In de onderstaande grafiek worden de uitkomsten van het risicokompas gepresenteerd voor de verbonden partijen. De resultaten in het figuur geven weer hoe de verbonden partijen zich tot elkaar verhouden met betrekking tot de risico's op bestuurlijk en financieel gebied. Het financiële risico is naast de hoogte van de financiële bijdrage ook gebaseerd op de indicatoren financieel resultaat, flexibiliteit en governance. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de verbonden partijen en er wordt vastgesteld bij welke verbonden partijen het risico het hoogst is.
De verbonden partijen die in het oranje en rode gebied vallen vormen een beperkt c.q. hoog risico voor de
gemeente Arnhem. De scores op financieel en bestuurlijk vlak kunnen uiteenlopen van 10 tot 50. 10 staat voor zeer laag risico en 50 voor zeer hoog risico.
In het vervolg van deze paragraaf wordt er nader ingegaan op deze verbonden partijen. Ook worden de GR Stadsregio en VGGM nader toegelicht, omdat hierover belangrijke ontwikkelingen zijn te melden. De overige verbonden partijen hebben een laag risico (groene gebied) en worden niet nader toegelicht met uitzondering van de verplichte informatie.
Ontwikkelingen in de komende begrotingsperiode
In onderstaande alinea's worden de belangrijkste ontwikkelingen beschreven van de verbonden partijen met een hoog c.q. beperkt risico, dan wel de verbonden partijen waar sprake is van belangrijke ontwikkelingen. Dit zijn:
- Gemeenschappelijke regeling Werkvoorziening Midden Gelderland (Presikhaaf bedrijven);
- Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA);
- Gemeenschappelijke regeling plus Stadsregio Arnhem-Nijmegen (afronding liquidatie in 2016);
- Gemeenschappelijke regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (VGGM);
- Stichting HORAC.
GR Werkvoorziening Midden Gelderland (Presikhaaf Bedrijven)
In 2015 is het rapport "Toekomst Presikhaaf Bedrijven en regionale samenwerking Participatiewet" regionaal in de arbeidsmarktregio Midden Gelderland vastgesteld. Belangrijke uitgangspunten zijn:
- mensen die aangewezen zijn op de Participatiewet, zoveel mogelijk actief zijn, liefst op zo regulier mogelijke arbeidsplaatsen bij reguliere werkgevers;
- de ondersteuning voor de doelgroep van de Participatiewet transparant, effectief en efficiënt is georganiseerd, zodat werkgevers één aanspreekpunt hebben waarmee zij zaken kunnen doen en dat er voldoende flexibiliteit en ruimte blijft om in te spelen op lokale kansen;
- de nieuwe aanpak vereist dat de taken, die voortvloeien uit de Participatiewet, anders over belangrijke uitvoeringsorganisaties worden verdeeld en dat menskracht, expertise en netwerken van professionals slim worden gebundeld.
Besloten is om Presikhaaf Bedrijven (PHB) geleidelijk af te bouwen en het regionale Werkgeversservicepunt (WSP) modulair op te bouwen. Op basis van dit besluit en gegeven de visies en ambities die de diverse gemeenten in de onze regio Midden Gelderland hebben bij de uitvoering van de Participatiewet is de uitgangssituatie van PHB dat de uitvoeringstaken anders moeten worden verdeeld. Inzet daarbij is om de bestaande infrastructuur van PHB zoveel mogelijk te bundelen met de nieuwe taken die in het kader van de Participatiewet worden uitgevoerd door de gemeentelijke sociale diensten en het regionale WSP. Door PHB geleidelijk af te bouwen en het WSP modulair op te bouwen worden de beschikbare middelen optimaal ingezet en frictiekosten van de veranderingen geminimaliseerd.
Binnen de brede doelgroep van de Participatiewet zijn op basis van loonwaarde (en trede op de participatie-ladder) subgroepen te onderscheiden:
- loonwaarde van meer dan 40% zijn (al dan niet met een voorziening): zijn in staat te werken bij reguliere werkgevers;
- loonwaarde van minder dan 40%: zijn veelal aangewezen op een beschutte werkomgeving;
- loonwaarde van minder dan 25%: zijn aangewezen op (arbeidsmatige) dagbesteding.
Door per subgroep de taken, menskracht, expertise en netwerken slim te bundelen is er één aanspreekpunt voor werkgevers te organiseren en is er, op basis van de specifieke arbeidsontwikkelingsarrangementen voor de diverse subgroepen, een goede basis voor maatwerk voor kandidaat werknemers.
Werkgeversservicepunt
Het WSP richt zich op de doelgroep van de Participatiewet met een overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt en zal in lijn met het advies ook de SW-medewerkers met een vergelijkbare loonwaarde (> 40%), die nu veelal op detacheringsbasis vanuit PHB bij reguliere werkgevers werken, ondersteunen. De reguliere medewerkers van PHB, die momenteel verantwoordelijk zijn voor deze SW-groep gaan over naar het WSP. Op deze manier wordt het WSP voor werkgevers hét aanspreekpunt (met menskracht, expertise en netwerken) waarmee zij afspraken kunnen maken over hun personeels- en ondersteuningsbehoeften.
De eigen bedrijfsactiviteiten van PHB worden zoveel mogelijk verder geprivatiseerd. Dienstverleningsonderdelen als Groen en Schoonmaak kunnen worden overgedragen aan private partijen. Met de partijen worden afspraken gemaakt over de detachering van SW-medewerkers en het overnemen van het betrokken reguliere begeleidingspersoneel van PHB. De detacheringen worden via het versterkte WSP georganiseerd.
Beschut werk
Het compactere PHB concentreert zich op het organiseren van werk voor de groep SW-ers, die niet in staat is om bij reguliere werkgevers aan de slag te gaan (ca. 840 fte SW). Onderzocht wordt of er kansen zijn om de werklast van het nieuwe PHB een continue basis te geven door verbindingen aan te gaan met de opgaven die voortvloeien uit de decentralisatie van de zorg. Een eerste belangrijke stap is de opgave van gemeenten om de groep SW-medewerkers met de laagste loonwaarde (< 25%) passende activiteiten aan te bieden in hun buurt of wijk.
Verbetering financieel resultaat
Verwacht wordt met deze bewegingen de kosten van de ondersteuning voor SW-medewerkers beter te kunnen beheersen, waardoor er investeringsruimte ontstaat om de nieuwe aanpak voor de brede doelgroep van de Participatiewet te borgen.
Op basis van de begroting 2015 koerst PHB in meerjarig perspectief op een structureel tekort. Door de diverse interventies wordt het structurele tekort verlaagd naar circa € 7 miljoen per jaar.
De volgende tabel geeft inzicht in de interventies.
Financieel beeld 2016-2019 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000 | |||||
Reductie personeelkosten PHB | -1.085 | -1.085 | -1.085 | -1.085 | -1.085 |
Reductie overhead PHB (naar normniveau) | -1.491 | -2.040 | -2.040 | -2.040 | -2.040 |
Reductie begeleiding Beschermd Werken | -242 | -921 | -921 | -921 | -921 |
200 fte SW-ers extra aan de slag | -2.000 | -2.000 | -2.000 | -2.000 | -2.000 |
Reductie huisvestingskosten PHB | -300 | -1.000 | -1.000 | -1.000 | -1.000 |
Reductie vervoerskosten PHB | -427 | -427 | -427 | -427 | -427 |
Frictiekosten | 2.400 | 1.800 | 0 | 0 | 0 |
Totale besparing | -3.145 | -5.673 | -7.473 | -7.473 | -7.473 |
De beoogde herverdeling van uitvoeringstaken van de Participatiewet heeft grote gevolgen voor de huidige Gemeenschappelijke regeling. De jaren 2016 en 2017 staan in het teken van de implementatie van de hierboven geschetste transitie. De transitie alsmede de financiële gevolgen en mogelijke risico's zal de gemeente Arnhem nauwlettend volgen.
GR Omgevingsdienst Regio Arnhem
Vanaf 1 april 2013 is de ODRA (Omgevingsdienst Regio Arnhem) operationeel. Het doel van de vorming van de ODRA is om hogere kwaliteit in vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) te bereiken tegen lagere kosten. De Wabo-brede uitbesteding van VTH-taken van Arnhem aan de ODRA geschiedt op basis van een dienstverleningsovereenkomst met een jaarlijkse actualisering in de vorm van een werkprogramma.
De gemeente Arnhem verzorgt de huisvesting en het gastheerschap voor de ODRA. De ODRA is gehuisvest in het Stadskantoor te Arnhem en maakt daarbij gebruik van gemeentelijke diensten op het gebied van o.a. ICT en P&O. De huisvesting en het gastheerschap zijn afzonderlijk in een aparte overeenkomst tussen Arnhem en ODRA geregeld. In 2015 heeft de ontvlechting van de ICT-systemen tussen ODRA en Arnhem plaatsgevonden. Een arbeidsintensief proces dat veel aanpassingen in de werkprocessen nodig maakte. In de komende jaren zal moeten blijken of dit leidt tot efficiencywinst bij beide partijen.
De financiële bijdrage van Arnhem aan de ODRA staat vanaf 2013 tot en met 2016 vast (z.g. inputfinanciering). Vanaf 2017 zal ‘outputfinanciering’ worden geïntroduceerd op basis van een productencatalogus met vaste prijzen per product of dienst en kan de financiële bijdrage van Arnhem worden aangepast aan een eventueel gewijzigde omvang van de opdracht aan de ODRA. Als gevolg van een structurele crisis op de bouwmarkt heeft de gemeente al een aantal jaar te kampen met sterk teruggelopen leges-inkomsten. Daarom heeft Arnhem al vanaf 2016 een verlaging van het Arnhemse budget van circa € 600.000 ingeboekt. Het bestuur van ODRA moet hiervoor nog toestemming verlenen. Daarnaast is in de Arnhemse begroting voor 2017 en verder een tweede taakstelling van € 600.000 opgenomen.
Een laatste belangrijke ontwikkeling is de nieuwe Omgevingswet, die rond 2020 zal worden ingevoerd. De komende jaren zal blijken wat het effect van deze wet is op de ODRA.
GR Stadsregio Arnhem Nijmegen
Per 1 juli 2015 verkeert de Stadsregio Arnhem Nijmegen 'in liquidatie'. De Stadsregio heeft de afgelopen periode gebruikt om het grootste deel van haar werkzaamheden af te sluiten, dan wel het restant over te hevelen naar één van de deelnemende regiogemeenten; nieuwe werkzaamheden worden niet meer opgestart. Een aantal verplichtingen van de Stadsregio loopt echter nog door. De verwachting is dat de Stadsregio tenminste in 2016 nog als entiteit zal moeten blijven bestaan.
De Stadsregio heeft voor de opheffing een liquidatieplan gemaakt. De grootste risicopost betreft de personele last. Hoe lang blijven de resterende medewerkers aanspraak maken op het opgestelde Sociaal Plan? De gemeente Arnhem zal het resterende personeel van de Stadsregio na 31 december 2015 in dienst nemen en begeleiden naar een andere baan. Dit geschiedt op rekening van de Stadsregio. Naar het zich nu laat aanzien zijn de voorzieningen en reserves van de Stadsregio groot genoeg om de liquidatiekosten te kunnen dragen, zonder dat er een additionele bijdrage van de deelnemende gemeenten moet worden gevraagd.
In de afgelopen periode heeft men in de regio gewerkt aan de vormgeving van de nieuwe regionale samenwerking nu de Stadsregio 'in liquidatie' is. Recent heeft het college de raad het voorstel gedaan om de nieuwe regionale samenwerking vorm te geven middels het Gemeenschappelijk Orgaan City region Arnhem Nijmegen en een Triple Helix samenwerking in de vorm van de Stichting Economic Board regio Arnhem-Nijmegen. Dit is een samenwerking met partners uit de overheid, onderwijs- en onderzoek en ondernemerswereld. Oprichting van beide instanties wordt verwacht omstreeks 1 oktober 2015.
GR Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
De regionale brandweerorganisatie is stabiel en is er ruimte om door te ontwikkelen, d.m.v. het project Doorontwikkeling Repressieve Organisatie (DRO). Deze DRO is in 2014 opgestart om een robuuste repressieve en regionale brandweerorganisatie neer te zetten. Dit kan gevolgen hebben voor het regionaal dekkingsplan, waarmee wordt gedoeld op het regionaal herpositioneren van materieel. Ook het onderzoek naar een variabele voertuigbezetting wordt hierin meegenomen. In de loop van 2015 worden resultaten verwacht waarna besluitvorming kan plaatsvinden. Voor 2016 en verder zal dit consequenties kunnen hebben in kosten en kwaliteit van de brandweerzorg.
De tijdelijke Wet Ambulancezorg is per 1 januari 2013 in werking getreden. VGGM heeft het recht gekregen de
ambulancezorg in de regio te verrichten. Op basis van de tijdelijke Wet ambulancezorg mag VGGM de
ambulancezorg verzorgen tot 1 januari 2018. In 2016 wordt de aanbesteding voor een nieuwe concessieperiode
opgestart.
Binnen de VGGM wordt een regionale visie op publieke gezondheid in 2015 ontwikkeld, gebaseerd op de kaders van onder meer het Nationaal Programma Preventie en de landelijke nota gezondheidsbeleid. Deze regionale visie is mede bepalend voor de prioriteiten van VGGM in 2016 en volgende jaren.
De decentralisaties van Jeugdzorg, Awbz/Wmo en Participatie naar gemeenten hebben directe gevolgen voor
het werkveld van de gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD). VGGM wil directe meerwaarde leveren voor gemeenten bij de beantwoording van de centrale sturingsvragen voor de decentralisaties. Met individuele gemeenten zijn afspraken gemaakt over monitoring, verantwoording en advies ten aanzien van de wijkaanpak.
In 2015 is de jeugdgezondheidszorg (JGZ) van 0-4 jarigen ondergebracht bij een stichting onder de VGGM. De JGZ van 5-18 jarigen werd al door VGGM uitgevoerd binnen de Gemeenschappelijke Regeling. In 2016 wordt de integrale aanpak JGZ van 0-18 jaar verder ontwikkeld.
Ambities van VGGM op het gebied van publieke gezondheid voor 2016 zijn:
- bijdragen aan het versterken van de informatiepositie van gemeenten door het ontsluiten, verbinden en
duiden van in- en externe informatiebronnen;
- adviseren en ondersteunen in de zorg voor jeugd en kwetsbaren, zo lokaal mogelijk (verbinding met sociaal domein);
- verder vormgeven van de verbinding tussen publieke gezondheid en (sociale) veiligheid;
- stevig verankeren infectieziektebestrijding door waar mogelijk aangaan van bovenregionale samenwerkingsverbanden.
Arnhem heeft besloten om vanaf 2017 een structurele bezuiniging van € 750.000 door te voeren op de bijdrage van Arnhem aan de GR VGGM (zowel op brandweer als volksgezondheid). Deze GR is de afgelopen periode redelijk ontzien bij grote bezuinigingen en de verwachting is dat er in elk geval besparingen te realiseren zijn door meer efficiency en het terugdringen van de indirecte kosten. De verdere invulling van deze bezuiniging en de afspraken hierover in het bestuurlijk besluitvormingsproces binnen de GR moeten nog uitgewerkt worden.
Beëindiging verbonden partij
Stichting Horeca Activiteiten Musis / Schouwburg
Musis Sacrum Schouwburg Arnhem (MSSA) heet vanaf medio 2015 Musis Stadstheater Arnhem (MSA). Met ingang van 1 januari 2016 is deze geen onderdeel meer van de gemeente. Daarbij wordt de stichting HORAC onderdeel van de Stichting Musis Stadstheater Arnhem (MSA). De gemeente zal dan geen rechtstreekse relatie meer zal hebben met de stichting Horac en vanaf die datum zal de stichting geen verbonden partij meer zijn.
De risico’s van de verbonden partijen zijn meegewogen in de bepaling van de gewenste weerstandscapaciteit (zie paragraaf Weerstandsvermogen).
Tabel Ontwikkelingen en risico's Verbonden partijen
Verbonden partijen | EV | VV | Resultaat | Jaarlijkse financiële bijdrage gemeente Arnhem | ||
Bedragen x € 1.000 | Jaarrekening 2014 | Begroting 2016 | Jaarrekening 2014 | Begroting 2016 | Jaarrekening 2014 | |
GR Veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland Midden | 6.422 | 40.118 | 0 | 3.149 | 1.864 Inw. bijdrage VGZ € 12,36 per inw) | 1.737 Inw. bijdrage VGZ € 11,64 per inw) 11.351 overdrachtsdoc. |
GR Werkvoorziening Midden Gelderland | 0 | 36.800 | -8.427 | -9.974 | - 4.393 | - 5.238 |
GR Regionaal Historisch Centrum | 364 | 21.897 | 0 | 20 | 1.107 | 1.101 |
GR Onderwijszaken | N.v.t. | N.v.t. | 0 | 135 | 864 | 706 |
GR Milieusamenwerking Regio Arnhem | 193 | 30 | 0 | 54 | 61 | 60 |
GR Euregio Rijn-Waal | 1.302 | 2.814 | 22 | 6 | 27 | 27 |
GR Lingezegen | 14.967 | 1.688 | -2.281 | -10.096 | 300 | 230 |
GR Omgevingsdienst Regio Arnhem | 1.405 | 3.698 | 0 | 539 | 6.757 | 5.862 |
Stichting Stedenlink | Nog niet bekend | Nog niet bekend | Nog niet bekend | Nog niet bekend | Nog niet bekend | 13 |
Stichting Samen-werkingsverband Glasvezelnetwerk | 3.812 | 919 | 0 | 0 | 49 | Nog niet bekend |
Stichting Het Veluwse Bosbrandweer Comité | Nog niet bekend | Nog niet bekend | 0 | Nog niet bekend | 0 | Nog niet bekend |
Stichting Dataland | 728 | 590 | 47 | 200 | 0 | 0 |
Stichting Parkeer-beheer Arnhem | Nog niet bekend | Nog niet bekend | N.v.t. | Nog niet bekend | N.v.t. | Nog niet bekend |
BV Facility Point | 1.651 | 1.897 | 0 | 29 | 0 | 0 |
BV Nazorg Bodem Holding | 343 | 142 | 31 | -9 | 0 | 0 |
NV Bank Nederlandse Gemeenten | 3.582.000 | 149.923.000 | N.v.t. | 126.000 | -571 | - 651 |
GR Stadsregio Arnhem Nijmegen | 2.602 | 149.524 | 0 | -1.222 | 233 | 460 |
EV = eigen vermogen; VV = vreemd vermogen